Raadsvergadering

De ontwerp programmabegroting 2022 en de meerjarenraming 2023 – 2025 vast te stellen, met inachtneming van de daarin specifiek opgenomen beslispunten 0 tot en met 67.

0. Met ingang van begrotingsjaar 2022 een bedrijfsvoeringsopslag van €54,36 per uur vast te stellen.

1. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie budgetten Ondernemingsraad’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met €32.000.

2. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Capaciteitsbehoefte in relatie tot groeiopgave’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 bij te stellen met -€750.000 in 2022 en -€500.000 in 2023.
2.a. Bijstelling 2 “Capaciteitsbehoefte in relatie tot groeiopgave” pas vrij te geven nadat de raad heeft ingestemd met onderbouwde voorstellen (incidenteel €750.000 in 2022 en incidenteel €500.000 in 2023) door het college die vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan de raad.
2.b. Een verbod in te stellen op het inlenen/inhuren van oud medewerkers (lees: zij die in loondienst zijn geweest van de gemeente Lelystad zelf of op inleenbasis hebben gefunctioneerd in onze gemeente en afkomstig zijn van een ander overheidsorgaan) binnen een termijn van 18 maanden na eerste datum ontslag en/of pre- pensionering van betreffende functionaris teneinde oneigenlijke inleen te voorkomen.
2.c. Uitzondering hierop is de uitloop van overdracht en/of afronding van functie-gerelateerde activiteiten voor een maximale termijn van 3 maanden.
2.d. Hetgeen genoemd onder b en c ook van toepassing te verklaren op de bestaande inhuur van oud medewerkers, uiterlijk op 1 april 2022.

3. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie treasury’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €400.000 in 2022, €600.000 in 2023 en €700.000 met ingang van 2024.

4.a. Definitief geen medewerking te verlenen aan de oprichting van een gezamenlijk havenbedrijf voor de verdere ontwikkeling van Flevokusthaven, en de provincie Flevoland hierover te informeren.
4.b. De bijbehorende middelen (€100.000 per jaar) binnen taakveld 2.4 Economische havens en waterwegen structureel te laten vrijvallen en terug te laten vloeien in de algemene reserve.

5. Op basis van bovenstaand voorstel ‘College onvoorzien’ de begroting 2022 en meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met €50.000.

6. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Fietsenstalling station Lelystad Centrum’ de meerjarenraming met ingang van 2024 bij te stellen met -€69.000.

7. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie IHP Meerjarenperspectief primair onderwijs’ de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: -€18.000 in 2023, -€131.000 in 2024 en -€165.000 met ingang van 2025.

8. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Uitvoering amendement 20 – Amateurkunst (budgetneutraal)’ de begroting 2022 budgetneutraal bij te stellen – en daarmee pas met ingang van 2023 invulling te geven aan het aangenomen amendement.’

9.a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Bermbeheer’ de begroting 2022 en meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met €50.000.
9.b. Een investeringskrediet ter grootte van €1.400.000 beschikbaar te stellen in 2023 voor de bermverharding in het buitengebied.
9.c. De meerjarenraming 2023 – 2025 bij te stellen met -€50.000 met ingang van 2024.

10. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie bijstandsuitkeringen (budgetneutraal)’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 budgetneutraal bij te stellen.’

11. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie budgetten Wet Sociale Werkvoorziening’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €55.000 in 2022, €127.000 in 2023, €273.000 in 2024 en €555.000 met ingang van 2025.

12. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Afbouw Wet Sociale werkvoorziening (Social Firm)’ de meerjarenraming 2023 – 2025 bij te stellen met €403.000.

13. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie Wmo’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2026 bij te stellen met de volgende bedragen: -€1.057.000 in 2022, -€505.000 in 2023, -€535.000 in 2024, -€938.000 in 2025 en -€1.463.000 met ingang van 2026.
13.a. De begroting 2022 met -€936.000 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€500.000 ter dekking van de gestegen kosten voor de huishoudelijke ondersteuning.
13.b. Bij de kadernota 2023-2026 informatie tegemoet te zien over het in afstemming met de aanbieders opgestelde pakket van compenserende maatregelen waarmee de inwoners de gevolgen van de resterende korting kunnen opvangen.

14.a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Huisvuilinzameling DVO’ een investeringskrediet ter grootte van €500.000 beschikbaar te stellen in 2022.
14.b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Huisvuilinzameling DVO’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 – 2025 aan te passen met de volgende bedragen: -€2.358.000 in 2022 en -€2.376.000 met ingang van 2023 en deze bedragen budgetneutraal te verdisconteren via een verhoging van de afvalstoffenheffing.

15. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Verhogen afvalstoffenheffing tot volledig kostendekkend’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €9.000 in 2022, €241.000 in 2023 en €480.000 met ingang van 2024.

16. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie invoering omgevingswet (budgetneutraal)’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: -€180.000 in 2022, -€120.000 in 2023 en -€60.000 met ingang van 2024 en deze bedragen te dekken via de hogere legesinkomsten.

17. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ontwikkeling algemene uitkering – meicirculaire 2021’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €854.000 in 2022, €90.000 in 2023, -€520.000 in 2024 en €112.000 met ingang van 2025.

18. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ontwikkeling algemene uitkering – septembercirculaire 2021’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €4.956.000 in 2022, €2.763.000 in 2023, €2.645.000 in 2024 en €3.020.000 met ingang van 2025.

19. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Herijking verdeelmodel algemene uitkering’ de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: -€1.200.000 in 2023, -€2.400.000 in 2024 en -€3.600.000 met ingang van 2025.

20.a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Compensatie tekorten jeugdzorg via algemene uitkering’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €8.189.000 in 2022, €4.859.000 in 2023, €4.444.000 in 2024, €3.944.000 in 2025 en €2.118.000 met ingang van 2026.
20.b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ophogen budget jeugdzorg tot aan rijksbijdrage’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 – 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: -€3.713.000 in 2022, -€1.632.000 in 2023, -€1.770.000 in 2024, -€1.643.000 in 2025 en -€59.000 met ingang van 2026.

21. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Invoering wet open overheid (Woo)’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2027 bij te stellen met de volgende bedragen: €159.000 in 2022, €177.000 in 2023, €197.000 in 2024, €217.000 in 2025, €217.000 in 2026 en €129.000 met ingang van 2027 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

22. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Toezicht en handhaving gastouderschap’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €32.000 in 2022, €32.000 in 2023 en €33.000 met ingang van 2024 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

23. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Armoedebestrijding kinderen’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met -€27.000 en deze middelen niet af te ramen van het reeds beschikbaar gestelde budget.

24. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Versterking gemeentelijke anti discriminatievoorziening’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €32.000 in 2022 en €33.000 met ingang van 2023 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

25. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Landelijke structuur interventieteams’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €12.000 in 2022 en €13.000 met ingang van 2023 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

26. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Gemeentelijk schuldenbeleid (compensatie corona)’ de begroting 2022 bij te stellen met €134.000 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

27. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Inburgering’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €52.000 in 2022, €30.000 in 2023, €20.000 in 2024 en €10.000 in 2025 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

28. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Bijzondere bijstand (compensatie corona)’ de begroting 2022 bij te stellen met €67.000 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

29. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Participatie’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €146.000 in 2022, €152.000 in 2023, €153.000 in 2024, €133.000 in 2025 en -€104.000 met ingang van 2026 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

30. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Re-integratie bijstandsgerechtigden (compensatie corona)’ de begroting 2022 bij te stellen met €317.000 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

31. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wijziging woonplaatsbeginsel jeugdzorg’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 – 2025 bij te stellen met €1.290.000 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

32. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Prenataal huisbezoek door jeugdgezondheidszorg’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 – 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €28.000 in 2022, €28.000 in 2023 en €29.000 met ingang van 2024 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

33. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Gezond in de stad’ de begroting 2022 bij te stellen met €88.000 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

34. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Rijksvaccinatieprogramma HPV mannen’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met €14.000 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

35. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Rijksvaccinatieprogramma meningokokken’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 – 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €19.000 in 2022, €19.000 in 2023 en €20.000 met ingang van 2024 en deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering.

36. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Inzet extra handhavers tijdens jaarwisseling’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€15.000.

37. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Voorbereidingskrediet herinrichting Voorstraat’ de begroting 2022 bij te stellen met -€50.000 en op basis van de uitwerking een nader onderbouwd voorstel tegemoet te zien.

38. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Formatieuitbreiding team stadstoezicht’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€212.000.

39. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Versterking ondernemersklimaat’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€25.000.

40.a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Fietspad Polderdreef’ een investeringskrediet ter grootte van €500.000 beschikbaar te stellen in 2022.
40.b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Fietspad Polderdreef’ de meerjarenraming 2023 – 2025 bij stellen met -€18.000 in 2023 en -€17.000 met ingang van 2024.

41.a. Vervallen.
41.b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Stationsplein’ de meerjarenraming 2023 – 2025 bij stellen met -€53.000 in 2023 en -€52.000 met ingang van 2024.

42. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Aanpak Cybercriminaliteit’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€25.000.

43. Op basis van bovenstaande voorstel ‘Versterking Stadshart’ de begroting 2022 met -€140.000 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€70.000.

44. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ondersteuning Evenementen’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€100.000.

45.a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Aanpassing fietspad Neringweg’ een investeringskrediet ter grootte van €500.000 beschikbaar te stellen in 2022.
45.b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Aanpassing fietspad Neringweg’ de meerjarenraming 2023 – 2025 bij stellen met -€18.000 in 2023 en -€17.000 met ingang van 2024.

46. Vervallen

47. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Jongerenconsultatie’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€31.000.

48. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Impuls kenniscentrum nieuwe natuur’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 – 2024 bij te stellen met -€40.000 in 2022 en -€80.000 in 2023 en 2024.

49. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Participatieinstrumenten warmtetransitie en duurzaamheid’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€50.000. Waarmee in elk geval instrumenten worden ingezet die gelijktijdig bijdragen aan het verminderen van energiearmoede én participatie in warmtetransitie en duurzaamheid.

50. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Stedelijke Vernieuwing op Uitnodiging’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€150.000.

51. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Hondenbelasting’ de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€330.000.

52.a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Herontwikkeling Maerlant’ een investeringskrediet ter grootte van €400.000 beschikbaar te stellen in 2022.
52.b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Herontwikkeling Maerlant’ de meerjarenraming 2023 en verder bij te stellen met -€12.000.

53. Op basis van bovenstaande toelichting een eventuele verplaatsing en verzelfstandiging van het poppodium te betrekken bij de uiteindelijke vaststelling van de cultuurvisie 2022 – 2025.

53.a. Poppodium Corneel middels hernieuwbouw te vestigen op een nader te bepalen locatie in het Centrumgebied.
53.b. De benodigde verwachte eenmalige investering ten bedrage van € 12 miljoen voor € 2 miljoen te dekken uit reeds beklemde middelen in de algemene reserve (conform amendement 31 bij de Kadernota 2022-2024) en voor de overige € 10 miljoen vreemd vermogen aan te trekken.
53.c. De voorziene structurele lasten (onderhoud, afschrijving en kapitaalslasten) te dekken middels een structurele exploitatiepost in de begroting en hiertoe de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met ¬-€300.000.

54. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Skatebaan’ een concreet uitgewerkt voorstel tegemoet te zien.

55. Mede op basis van bovenstaand voorstel de mantelzorgondersteuning en -waardering in ere te herstellen en de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€180.000.

56. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Toevoegen begrotingsruimte aan reserve ontwikkeling stad’ de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 – 2024 bij te stellen met de volgende bedragen: -€7.000.000 in 2022, -€2.500.000 in 2023 en -€750.000 in 2024.

57. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Uitrit Kempenaar 01’ de begroting 2022 bij te stellen met -€10.000 en dit bedrag te onttrekken aan de reserve ontwikkeling stad.

58. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wijkvisies Bestaande Stad, onderzoek en analyse’ de begroting 2022 en meerjarenraming 2023 bij te stellen met -€50.000 en deze bedragen te onttrekken aan de reserve ontwikkeling stad.

59. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Fietsoversteek Geldersedreef bij Nienoord’ de begroting 2022 bij te stellen met -€150.000 en dit bedrag te onttrekken aan de reserve ontwikkeling stad.

60. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Lelystad Seniorproof’ de begroting 2022 bij te stellen met -€50.000 en dit bedrag te onttrekken aan de reserve ontwikkeling stad.

61. Vervallen

62. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Verkeersplateau Beukenhof’ de begroting 2022 bij te stellen met -€25.000 en dit bedrag te onttrekken aan de reserve ontwikkeling stad.

63. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Nieuwe periode Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie Lelystad 2022 - 2026’ de meerjarenraming 2023 – 2026 bij te stellen met -€250.000 en deze bedragen te onttrekken aan de reserve ontwikkeling stad.

64. Vervallen

65. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Aanvraag woningbouwimpuls Stationsgebied’ een bedrag van €4.446.000 te beklemmen binnen de reserve ontwikkeling stad. Voorafgaand de inzet van deze beklemde middelen de raad tijdig een volledig en degelijk voorstel voor inzet van middelen ter instemming voor te leggen.

66. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Cofinanciering regeling Volkshuisvestingsfonds’ een bedrag van €6.000.000 te beklemmen binnen de reserve ontwikkeling stad. Voorafgaand de inzet van deze beklemde middelen de raad tijdig een volledig en degelijk voorstel voor inzet van middelen ter instemming voor te leggen.

67. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Programmakosten IGLO’ de begroting 2022 bij te stellen met -€300.000 en dit bedrag te onttrekken aan de reserve ontwikkeling stad.

68. Ten behoeve van de realisatie van kunstgrasvelden voor Exakwa de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€16.000.

69.a. De meerjarenraming met ingang van 2024 bij te stellen met -€175.000 ter versterking van de sporthallen-infrastructuur.
69.b. De verdere uitwerking van plannen hiervoor vindt plaats als onderdeel van het recent opgestarte proces voor een nieuwe kadernota Sport en Bewegen.

70. Met ingang van 2023 het Buurtbudget te verhogen met €45.000, het budget Ideeënmakelaar te verhogen met €20.000 en hiertoe de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€65.000.

71. Voor het invoeren van een huisvestingsverordening de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€250.000.

72.a. De volgende bezuinigingen terug te draaien:
- Taakstelling samenwerking culturele instellingen (€100.000 in 2023 en €200.000 vanaf 2024)
- Taakstelling bibliotheek (€50.000 vanaf 2022)
- Verlaging subsidieplafond sport- en cultuurverenigingen (€50.000 vanaf 2022)
72.b. Daartoe de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 – 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: -€100.000 in 2022, -€200.000 in 2023 en -€300.000 vanaf 2024.

73.a. Voor herstel en onderhoud van de ruiterpaden en mountainbike routes de begroting 2022 en de meerjarenraming met ingang van 2023 bij te stellen met -€30.000.
73.b. Maximaal werk met werk te maken door dit herstel en onderhoud te combineren met het overige regulier bosonderhoud.
73.c. Met de gebruikers duidelijke afspraken te maken over hun aandeel hierin via zelfwerkzaamheid.

74.a. Voor het conform de bij de kadernota aangenomen motie M7 invoeren van een draagkrachttoets en flankerend beleid een taakstellende bezuiniging in te stellen oplopend tot ongeveer één derde van het structurele nadeel van het abonnementstarief.
74.b. Daartoe de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 – 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €300.000 in 2022, €400.000 in 2023, €500.000 in 2024 en €600.000 vanaf 2025.

75. Een bedrag ter grootte van € 2 miljoen tot 2025 in de algemene reserve te beklemmen voor uitgaven binnen het sociale domein (jeugd en WMO). Dit bedrag kan benut worden voor uitgaven die nodig blijken:
- om psychische gevolgen van de lockdown en coronapandemie voor jongeren te kunnen opvangen en begeleiden wanneer dit niet lukt binnen het huidige budget.
- om opstartproblemen/kinderziektes binnen de nieuwe aanpak van jeugdhulp op te vangen en aan te pakken.
- om de omslag in denken (normaliseren, oplossingen buiten de kaders) bij zowel gemeente, JEL, hulpverleners als cliënten te realiseren.
- om lichtere (preventieve) inzet te kunnen doen gericht op het voorkomen van specialistische zorg of bijvoorbeeld het overbruggen van wachttijden.
- om schommelingen in budgetten in het sociaal domein tijdelijk op te kunnen vangen, zodat dit niet ten koste gaat van andere posten.

76. In 2022 eenmalig €40.000 beschikbaar te stellen voor het hoognodige eigen clubhuis van de luchtscouts Lelystad en dit bedrag te onttrekken aan de reserve ontwikkeling stad.

77. De huidige aansluiting van de Torenvalkweg op de Larserdreef op te heffen, de Torenvalkweg zodanig te verleggen dat deze wordt aangesloten op de rotonde Larserdreef / Zuigerplasdreef en dit te bekostigen vanuit de ROS.

78. Voor de bestrijding van energiearmoede een gemeentelijke aanpak daken met bijbehorende subsidie te starten. Hierbij werk met werk te maken door deze regeling beschikbaar te stellen voor daken waarbij asbestsanering en isoleren gecombineerd worden, eventueel ook met het plaatsen van zonnepanelen / groene (Sedum) daken. Hiervoor €275.000 beschikbaar te stellen, te onttrekken uit de ROS.

79.a. De vordering van €46.000 zgn. achterstallige huur op Utopodium vervalt.
79.b. Een fatsoenlijk (maatschappelijk) huurcontract wordt opgesteld, met als uitgangspunt dat dit per 1 januari 2022 in kan gaan.
79.c. Ter (al dan niet gedeeltelijke) bekostiging van huur / activiteiten wordt Utopodium in de gelegenheid gesteld gemeentelijke bijdrage(n) te verwerven ten laste van de begroting 2022 e.v.

80. De begroting 2022 en de meerjarenraming 2023 - 2025 bij te stellen met €9.668,00 ten behoeve van Stichting Radio Lelystad voor de aansluiting op een antenne ten behoeve van uitzending op de FM-zender en dit bedrag structureel uit het begrotingssaldo te onttrekken.

81. De middelen die worden ontvangen vanuit het Rijk in het kader van de energie-en warmtetransitie zijn vanaf 17 november 2021 leidend voor gemeentelijk inzet. Reeds genomen besluiten van middelen zijn hiervan uitgezonderd. Geen nieuwe gelden per 17 november 2021 te onttrekken uit de ROS / algemene middelen aangaande initiatieven energie-warmtetransitie die niet door de Rijksoverheid worden gefinancierd.

82. Vanaf 2022 EUR 40.000 beschikbaar te stellen voor huisbezoeken aan ouderen (was EUR 80.000 bezuinigd) en de begroting en meerjarenraming dienovereenkomstig aan te passen.