- Locatie
Raadzaal
- Voorzitter
- burgemeester Adema
- Toelichting
-
Raadsvergadering 11 september 2018
Uitzending
Agendapunten
-
000:08:14 - 00:09:34 - I.R. (Ina) Adema
-
100:09:34 - 00:09:34 - I.R. (Ina) Adema00:09:35 - 00:09:56 - P.L.W,J. (Luc) Baaten
-
2
Bijlagen
00:09:49 - 00:09:56 - P.L.W,J. (Luc) Baaten00:09:57 - 00:10:07 - I.R. (Ina) Adema00:10:07 - 00:10:36 - D.B.J. (Diane) Bergman00:10:36 - 00:12:16 - I.R. (Ina) Adema00:12:16 - 00:12:32 - M.C (Marco) Boogaard00:12:32 - 00:12:38 - I.R. (Ina) Adema00:12:38 - 00:12:45 - I.R. (Ina) Adema -
300:12:44 - 00:12:45 - I.R. (Ina) Adema00:12:45 - 00:13:22 - F.J.C. (Jarno) Volmer
-
4
Bijlagen
00:12:52 - 00:13:22 - F.J.C. (Jarno) Volmer -
5
Bijlagen
00:13:02 - 00:13:22 - F.J.C. (Jarno) Volmer00:13:26 - 00:13:31 - I.R. (Ina) Adema00:13:31 - 00:13:33 - F.J.C. (Jarno) Volmer00:13:33 - 00:13:36 - I.R. (Ina) Adema00:13:36 - 00:13:55 - E. (Ed) Rentenaar00:13:55 - 00:14:58 - I.R. (Ina) Adema -
5.1.1
Bijlagen
-
5.1.2
Bijlagen
-
5.1.3
Bijlagen
-
5.1.4
Bijlagen
-
5.1.6
Bijlagen
-
5.1.7
Bijlagen
-
5.1.8
Bijlagen
-
5.1.9
Bijlagen
-
5.1.10
Bijlagen
-
5.1.11
Bijlagen
-
5.1.12
Bijlagen
-
5.1.14
Bijlagen
-
5.1.15
Bijlagen
-
5.2
Bijlagen
-
600:14:54 - 00:14:58 - I.R. (Ina) Adema00:14:58 - 00:15:00 - D.B.J. (Diane) Bergman
-
6.a
Bijlagen
Besluit
- Kennis te nemen van de startnota gezondheidsbeleid 2019-2022, waarin wordt voorgesteld te starten met de ontwikkeling van de nota gezondheidsbeleid 2019-2022, en de volgende daarin opgenomen stappen vast te stellen:
a. Ideeën op te halen door een sessie met de raad.
b. Intern en extern informatie ophalen door gesprekken met netwerkpartners en adviseurs van gerelateerde beleidsterreinen en deze informatie te combineren met cijfers uit de gezondheidsmonitor van GGD Flevoland, het coalitie akkoord en de speerpunten uit het Nationaal Preventie akkoord.
c. In gesprek te gaan met inwoners over het onderwerp gezondheid en raadsleden daarvoor uit te nodigen als toehoorder.
d. Een conceptnota aan de raad voor te leggen voordat deze het proces van besluitvorming in gaat.
e. Een conceptnota gezondheidsbeleid voor te leggen aan het college.
f. Na vaststelling van de conceptnota wordt deze voorgelegd aan de cliëntraad Wmo / Jeugd.
g. De kaders voor het gezondheidsbeleid 2019-2022 ter vaststelling voor te leggen aan de raad.
Amendementen
Titel Startnota gezondheidsbeleid: toevoegen besluitmoment raad 00:14:59 - 00:15:00 - D.B.J. (Diane) Bergman - Kennis te nemen van de startnota gezondheidsbeleid 2019-2022, waarin wordt voorgesteld te starten met de ontwikkeling van de nota gezondheidsbeleid 2019-2022, en de volgende daarin opgenomen stappen vast te stellen:
-
6.b
Bijlagen
Besluit
a. Kennis te nemen van het voorkeursalternatief voor projectgebied Oost met inachtneming van:
- De verdere optimalisatie van de plaatsingszones Meeuwentocht en Pijlstaartweg ten opzichte van het Regioplan Windenergie;
- Maximaal een half jaar dubbeldraaitermijn voor de Meeuwentocht, mits de noodzaak van langer dubbeldraaien onderbouwd kan worden.
b. In te stemmen met de afwijkingen in het voorkeursalternatief van het Regioplan Windenergie ten aanzien van het uitstellen van een deel van de sanerings- en opschalingsopgave. -
6.c
Bijlagen
Besluit
De raad van de gemeente Lelystad;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 Juli 2018;
gelet op de artikelen 2.9 , 2.10 , 2.12 en 8.1.1, derde lid van de Jeugdwet;
gezien het advies van cliëntenraad jeugdhulp.
overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd; en dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de voorzieningen op het gebied van jeugdhulp;
BESLUIT:
vast te stellen de Verordening Jeugdhulp Lelystad 2018
Artikel 1. Begripsbepalingen
- Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
- In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
• algemene voorziening: jeugdhulpvoorziening op grond van de wet die rechtstreeks toegankelijk is zonder voorafgaand diepgaand onderzoek naar de behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige of zijn ouders;
• andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;
• BIG-register: register voor Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg, zijnde een databank waarin officieel erkende gezondheidswerkers geregistreerd zijn;
• budgetplan: overzicht van de jeugdigen en ouders voorgenomen besteding van een aan te vragen persoonsgebonden budget;
• gebruikelijke zorg: de hulp en zorg waarvan naar algemeen aanvaardbare maatstaven gangbaar wordt geacht dat ouders die aan hun kind bieden;
• gesprek: gesprek als bedoeld in artikel 7;
• gezinsplan: het verslag als bedoeld in artikel 8;
• hulpvraag: behoefte van jeugdige of ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;
• individuele voorziening: een op de jeugdige of zijn ouders toegesneden jeugdhulpvoorziening die door het college in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verstrekt;
• melding: melding van een hulpvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid;
• familie/jeugdgroepsplan: het familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1. van de wet;
• Kwaliteitsregister jeugd (SKJ): beroepsregister voor beroepsbeoefenaren in het jeugddomein die werkzaam zijn op een hbo- of wo-functie en voldoen aan de gestelde eisen van vakbekwaamheid;
• pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;
• professionele standaard: beroepscodes en richtlijnen die gelden voor het jeugdhulpwerkveld;
• samenwerkingsovereenkomst: samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente Lelystad en de deelnemende instellingen met betrekking tot de Jeugd en Gezinsteam Lelystad;
• wet: Jeugdwet.
Artikel 2. Vormen van jeugdhulp
- De volgende vormen van algemene (preventieve) voorzieningen zijn beschikbaar:
• (lichte) opvoed- en opgroeiondersteuning
• trainingen voor ouders en/of jeugdigen
• informatie en advies (gericht op cliënt)
• onderzoek
• consultatie en advies - De volgende vormen van individuele voorzieningen zijn beschikbaar:
• jeugd- en opvoedhulp
• diagnostiek
• (dag)behandeling (individueel, gezin en groep)
• dagbesteding( eventueel inclusief vervoer)
• begeleiding (individueel, gezin en groep)
• persoonlijke verzorging
• kortdurend verblijf (logeren inclusief begeleiding/behandeling maximaal 3 etmalen per week)
• jeugdhulp met verblijf
• spoedeisende zorg
• jeugd GGZ
• onderzoek en advies bij huiselijk geweld en kindermishandeling
• preventieve jeugdbescherming
• onderwijs en zorgarrangement
• gedwongen hulp (jeugdbescherming - of jeugdreclasseringsmaatregel)
• landelijke aanbod specialistische jeugdhulp - Het college maakt bekend op welke plaats het overzicht van de in enig jaar beschikbare algemene (preventieve) en individuele voorzieningen kan worden gevonden.
Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts
- Als een jeugdige of ouder zich bij een jeugdhulpaanbieder meldt met een verwijzing, verkregen via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts, dan bepaalt de jeugdhulpaanbieder met deze verwijzing de inhoud, frequentie, duur en omvang van de voorziening.
- Bij het bepalen van de inhoud van de voorziening houdt de jeugdhulpaanbieder rekening met de bepalingen in deze verordening.
- Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist en jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover de genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.
- Het college legt de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking als bedoeld in artikel 12.
Artikel 4 Toegang gecertificeerde instelling
- Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering. Tevens draagt het college zorg voor de inzet van jeugdhulp die de rechter, de officier van justitie, de directeur van de justitiële jeugdinrichting (JJI) of de selectiefunctionaris van de JJI nodig acht bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing.
Artikel 5. Toegang jeugdhulp via de gemeente, melding hulpvraag
- Jeugdigen of ouders kunnen een hulpvraag melden bij het college.
- Indien bij het college melding wordt gedaan van een behoefte aan jeugdhulp, voert het college in samenspraak met jeugdigen en/of ouders, zo spoedig mogelijk, een onderzoek uit overeenkomstig artikel 7. Het college bevestigt de ontvangst van de melding.
- In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke maatregel of vraagt het college een machtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet. Het college legt de beslissing omtrent de inzet van hulp in dat geval zo snel mogelijk, doch in ieder geval binnen vier weken na de start van de hulp, vast in een beschikking.
- Jeugdigen of ouders kunnen zich rechtstreeks wenden tot overige voorzieningen.
Artikel 6. Familie/jeugdgroepsplan
- Het college brengt de jeugdigen en ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familie/jeugdgroepsplan op te stellen. Ouders brengen in het familie/jeugdgroepsplan zelf hun ondersteuningsbehoefte in kaart.
- Indien de jeugdigen en/of ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familie/jeugdgroepsplan.
- Als de jeugdigen en/of ouders een familie/jeugdgroepsplan hebben opgesteld, betrekt het college dat als eerste bij het onderzoek, bedoeld in artikel 7.
Artikel 7. Onderzoek
- Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en de jeugdige of zijn ouders, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
a. de behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en het probleem of de hulpvraag;
b. het gewenste resultaat van het verzoek om jeugdhulp;
c. het vermogen van de jeugdige of zijn ouders om zelf of met ondersteuning van de naaste omgeving een oplossing voor de hulpvraag te vinden;
d. de mogelijkheden om gebruik te maken van een andere voorziening;
e. de mogelijkheden om jeugdhulp te verlenen met gebruikmaking van een algemene voorziening;
f. de mogelijkheden om een individuele voorziening te verstrekken;
g. de wijze waarop een mogelijk toe te kennen individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen;
h. hoe rekening zal worden gehouden met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders; en
i. de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een pgb, waarbij de jeugdige of zijn ouders in begrijpelijke bewoordingen worden ingelicht over de gevolgen van die keuze. - Het college informeert de jeugdige en/of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure en vraagt hen toestemming om hun persoonsgegevens te verwerken.
- Het college kan in overleg met de jeugdige en/of zijn ouders afzien van een gesprek.
- Jeugdigen of ouders verschaffen aan het college alle gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. Jeugdigen of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Artikel 8. Verslaglegging
- Het college zorgt voor schriftelijke verslaglegging van het onderzoek, bedoeld in artikel 7, in een gezinsplan.
- Binnen 6 weken na de melding verstrekt het college aan jeugdigen of ouder(s) een gezinsplan met de uitkomst van het onderzoek, tenzij zij hebben meegedeeld dit niet te wensen.
- Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdigen of ouder(s) worden aan het verslag toegevoegd.
- Jeugdigen of ouder(s) tekenen het gezinsplan voor gezien of akkoord en zorgen ervoor dat een getekend exemplaar binnen 5 werkdagen na ontvangst daarvan wordt geretourneerd aan de contactpersoon waarmee het gesprek is gevoerd.
- Als jeugdigen of ouder(s) tekenen voor gezien, kunnen zij daarbij tevens aangeven wat de reden is waarom zij niet akkoord zijn.
- Als jeugdigen of ouder(s) van mening zijn dat zij in aanmerking komen voor een individuele voorziening, kunnen zij dit aangeven op het ondertekende gezinsplan.
Artikel 9. Aanvraag
- Jeugdigen of ouders kunnen een aanvraag om een individuele voorziening schriftelijk indienen bij het college op een daartoe door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
- Een aanvraag om een individuele voorziening wordt niet ingediend voordat een gesprek als bedoeld in artikel 7, eerste lid heeft plaatsgevonden, tenzij het college toepassing heeft gegeven aan artikel 7, derde lid, van deze verordening.
- Het college kan een ondertekend gezinsplan aanmerken als aanvraag voor een individuele voorziening als de jeugdige of de ouder dat op het gezinsplan heeft aangegeven.
Artikel 10 Toetsingskader verlenen voorziening
- Jeugdigen of ouders kunnen slechts in aanmerking komen voor een individuele voorziening voor zover zij:
a. op eigen kracht of met hulp van andere personen uit de naaste omgeving geen oplossing voor de hulpvraag kunnen vinden;
b. geen oplossing kunnen vinden voor de hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een algemene voorziening, of
c. geen oplossing kunnen vinden voor de hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een andere voorziening. - Het college kan afwijken van het oordeel van de jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 3 eerste lid, indien dit niet voldoet aan de professionele standaard.
- Het college kan nadere regels stellen ter verdere uitwerking van de algemene criteria, zoals genoemd in het eerste lid, of ter bepaling van specifieke criteria voor bepaalde individuele voorzieningen.
Artikel 11 Gebruikelijke zorg
- Het college treft geen voorziening als bedoeld in artikel 2.3 van de wet wanneer sprake is van gebruikelijke zorg.
- Wanneer de ouder overbelast is of dreigt te raken, wordt van hen geen gebruikelijke zorg verwacht, tot dat deze (dreigende) overbelasting is opgeheven, mits er een verband is tussen de overbelasting en de zorg die de ouder aan de jeugdige biedt.
- Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot situaties waarin van ouders gebruikelijke zorg wordt verwacht.
Artikel 12. Inhoud beschikking
- In de beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening wordt in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als pgb wordt verstrekt.
- Bij het verstrekken van een individuele voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:
a. welke de te verstrekken voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is;
b. wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is;
c. hoe de voorziening wordt verstrekt. - Bij het verstrekken van een individuele voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:
a. voor welk resultaat het pgb kan worden aangewend;
b. welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;
c. wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen;
d. wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld, en
e. de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb. - Voor zover de individuele voorziening geboden wordt door het Jeugd en Gezinsteam Lelystad wordt geen beschikking afgegeven, tenzij jeugdigen of zijn ouders hierom verzoeken.
Artikel 13. Regels over het pgb
- Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet.
- Het pgb wordt uitsluitend aangewend voor kosten waarvoor de jeugdhulp is toegekend in de beschikking.
- De aanvrager van een pgb is verplicht een budgetplan op te stellen.
- Het college kan nadere regels vaststellen over de inhoud van het budgetplan als bedoeld in het vierde lid.
Artikel 14. Hoogte van een pgb
- De hoogte van een pgb:
a. wordt vastgesteld aan de hand van een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld budgetplan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b. wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, van derden te betrekken,
c. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate in de gemeente beschikbare individuele voorziening in natura. - Voor zover de ondersteuning wordt geboden door een gekwalificeerde zorgverlener is het pgb uurtarief 75% van het tarief per uur dat voor dergelijke hulp zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder.
- Het tarief voor een gekwalificeerde zorgverlener wordt uitsluitend gehanteerd indien de zorgverlener:
I. geen familie van de aanvrager is, en
II. staat ingeschreven in het BIG-register van de betreffende beroepsgroep of het Kwaliteitsregister jeugd (SKJ), en
III. een zelfstandige zonder personeel (zzp'er) is die beschikt over een door de Belastingdienst afgegeven Verklaring Arbeidsrelatie (VAR), dan wel modelovereenkomst, of
IV. in dienst is van een zorgaanbieder die als zorg verlenende organisatie staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. - Voor zover de ondersteuning wordt geboden door een persoon behorend tot het sociale netwerk bedraagt het pgb maximaal het op de hulpverlener van toepassing zijnde bruto wettelijk minimumreferentieloon en indien van toepassing aangevuld met een surplus voor de werkgeverslasten van 25%. Tot het sociale netwerk worden gerekend de personen uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt.
Artikel 15. Jeugdhulp van sociale netwerk
- De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt kan de jeugdhulp van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, onder de volgende voorwaarden betrekken:
a. De continuïteit van de ondersteuning is ook bij vakantie en ziekte van de zorgverlener gewaarborgd;
b. De persoon, behorende tot het sociaal netwerk, is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, die niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene is gaan werken voor de aanvrager;
c. De persoon, behorende tot het sociaal netwerk, heeft aangegeven dat de zorg aan de belanghebbende voor hem niet tot overbelasting leidt;
d. De kwaliteit van de ondersteuning geleverd door een persoon, behorende tot het sociale netwerk, is voldoende om de gestelde doelen in het gezinsplan te kunnen realiseren; en
e. Indien van toepassing voldoet de persoon, behorende tot het sociale netwerk, aan de wettelijke/landelijke kwaliteitseisen die gelden voor de betreffende zorg. - Voor zover de ondersteuning wordt geboden door een persoon, behorende tot het sociale netwerk, dient de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, voor aanvang van de zorgverlening een door de zorgverlener opgesteld zorgplan en achteraf een evaluatieverslag in te dienen.
- De persoon, behorende tot het sociale netwerk, ten aanzien van wie een jeugdbeschermingsmaatregel in het vrijwillige dan wel gedwongen kader is genomen door een gecertificeerde instelling, is uitgesloten als zorgverlener.
- Het college kan nadere regels vaststellen onder welke voorwaarden de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.
Artikel 16. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
- Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of direct uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
- Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een besluit, genomen op grond van deze verordening herzien dan wel intrekken indien het college vaststelt dat:
a. de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere besluit zou hebben geleid;
b. de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het daarmee samenhangende pgb zijn aangewezen;
c. de individuele voorziening of het daarmee samenhangende pgb niet meer toereikend is te achten;
d. de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van het pgb; of
e. de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd. - Indien het college een beslissing op grond van het tweede lid onder a heeft ingetrokken, kan het college geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
- Het college wijst personen aan die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Jeugdwet.
- De toezichthoudende ambtenaren zijn, voor zover dat voor de vervulling van hun taak noodzakelijk is en in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd tot inzage van dossiers.
- Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van pgb’s.
Artikel 17. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinder-beschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
a. de aard en omvang van de te verrichten taken;
b. de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie;
c. een redelijke toeslag voor overheadkosten;
d. een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg;
e. kosten voor bijscholing van het personeel.
Artikel 18. Vertrouwenspersoon
- Het college zorgt ervoor dat jeugdigen, ouders en pleegouders een beroep kunnen doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon.
- Het college wijst jeugdigen en ouders erop dat zij zich desgewenst kunnen laten bijstaan door een onafhankelijke vertrouwenspersoon.
Artikel 19. Inspraak en medezeggenschap
- Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
- Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
- Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning.
- Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede en derde lid.
Artikel 20. Klachtregeling
- Het college behandelt klachten overeenkomstig hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.
- Aanbieders dienen te beschikken over een klachtenregeling.
- Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van de klachtregelingen van aanbieders door periodieke overleggen met de aanbieders, en een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek.
Artikel 21. Overgangsrecht
- Een jeugdige of ouder houdt het recht op een lopende voorziening, verstrekt op grond van de Verordening Jeugdhulp Lelystad 2015, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen.
- Aanvragen die zijn ingediend onder de Verordening Jeugdhulp Lelystad 2015 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld krachtens deze verordening.
Artikel 22. Inwerkingtreding en citeertitel
- Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.
- Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening Jeugdhulp Lelystad 2015 ingetrokken
- Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Jeugdhulp Lelystad 2018.
Technische vragen
Onderwerp Beantwoording technische vragen Jeugdhulp 00:15:08 - 00:16:58 - Spreekgestoelte 1 -
6.d
Bijlagen
Besluit
overwegende:
- dat het (concept)ontwerpbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan ‘Beschermingszone Centraal Veterinair Instituut (WBVR/CVI)’ tezamen met de daarop betrekking hebbende stukken in het kader van vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is toegezonden aan de desbetreffende instanties en van Rijkswaterstaat Midden-Nederland, provincie Flevoland en waterschap Zuiderzeeland bericht is ontvangen dat zij kunnen instemmen met het plan;
- dat het ontwerpbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan ‘Beschermingszone Centraal Veterinair Instituut (WBVR/CVI)’ tezamen met de daarop betrekking hebbende stukken, met ingang van 16 maart 2017 gedurende 6 weken ter inzage heeft gelegen en tevens digitaal kon worden geraadpleegd;
- dat de terinzagelegging op 15 maart 2017 op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt onder vermelding van de mogelijkheid voor een ieder om gedurende deze termijn schriftelijk of mondeling een zienswijze tegen het ontwerp naar voren te brengen bij de gemeenteraad;
- dat tijdens de periode van terinzageligging een viertal zienswijzen is ontvangen;
- dat de ingediende zienswijzen zijn samengevat en voorzien van een reactie in de bijgevoegde ‘Reactienota zienswijzen en wijzigingen’ (versie HM-BP00064-18052018-2.0);
- dat in het plan de wijzigingen worden aangebracht zoals aangegeven in de bijgevoegde ‘Reactienota zienswijzen en wijzigingen’ het plan derhalve gewijzigd moet worden vastgesteld;
gelet op de desbetreffende bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
- Het bestemmingsplan ‘Beschermingszone Centraal Veterinair Instituut (WBVR/CVI)’ gewijzigd vast te stellen, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0995.BP00064-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen, waarbij gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) d.d. 12 juni 2018;
- De ‘Reactienota zienswijzen en wijzigingen’ (versie HM-BP00064-18052018-2.0) vast te stellen
overeenkomstig bijgevoegde bijlage; - Geen exploitatieplan vast te stellen;
- Het vaststellingsbesluit en het vastgestelde bestemmingsplan met bijbehorende stukken op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en ter inzage te leggen.
00:15:13 - 00:16:58 - Spreekgestoelte 1 -
6.e
Bijlagen
Besluit
Het bestemmingsplan ‘Klokbekerweg 7 – Nieuwe natuur’ met IMRO-nummer NL.IMRO.0995.BP.00061.VG01 ongewijzigd vast te stellen met inbegrip van de ‘Reactienota zienswijzen’ (versie HM-BP00061-09072018-1.0);
2. Geen exploitatieplan vast te stellen;
3. Het vaststellingsbesluit en het vastgestelde bestemmingsplan met bijbehorende stukken op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en ter inzage te leggen en de indiener van een zienswijze hierover schriftelijk te informeren.00:15:19 - 00:16:58 - Spreekgestoelte 1 -
6.f.1
Bijlagen
-
6.f.2
Bijlagen
-
6.g
Bijlagen
Besluit
- Vast te stellen de Nota van zienswijzen, en Nota van wijzigingen ten opzichte van het bestaande ontwerp:
a. de bestemming Bedrijventerrein (gebied bedrijventerrein Tjalk) uit het bestemmingsplan te nemen en de deelzienswijzen 1 en 2 namens Bun te betrekken bij het ontwikkelingsproces voor het bedrijventerrein Tjalk.
b. de deelzienswijze 3 namens Bun, om de landelijke standaard afwijkingsregel lokaal aan te passen, niet te honoreren.
c. de zienswijze van Liander te honoreren en artikel 5 Groen, onder 5.1, sub j, van de regels aan te passen naar: “nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone -kaststations", en andere openbare voorzieningen”; hiertoe een specifieke aanduiding op de verbeelding op te nemen. - Gewijzigd vast te stellen het Bestemmingsplan Havendiep, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0995.BP00053-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen, waarbij gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de basisregistratie grootschalige topografie d.d. 29-05-2018.
- Geen exploitatieplan vast te stellen.
00:15:27 - 00:16:58 - Spreekgestoelte 1 - Vast te stellen de Nota van zienswijzen, en Nota van wijzigingen ten opzichte van het bestaande ontwerp:
-
6.h
Bijlagen
Besluit
De raad van de gemeente Lelystad,
op voorstel van het presidium van de gemeente Lelystad d.d. 31 augustus 2018
B E S L U I T:
De definitieve fractievergoedingen voor 2017 vast te stellen overeenkomstig onderstaande tabel:
Voorschot Uitgaven Vast te stellen fractievergoedingen
a. VVD € 4.108,00 € 2.368,00 € 2.368,00
b. InwonersPartij € 2.861,00 € 2.132,00 € 2.132,00
c. PvdA € 3.400,00 € 1.006,00 € 1.006,00
d. SP € 3.400,00 € 1.548,00 € 1.548,00
e. D66 € 2.550,00 € 1.811,00 € 1.811,00
f. ChristenUnie € 2.550,00 € 2.373,00 € 2.373,00
g. GroenLinks € 3.225,00 € 3.090,00 € 3.090,00
h. CDA € 1.700,00 € 3.081,00 € 1.700,00
i. LL € 4.321,00 € 3.403,00 € 3.403,00
j. LEUC € 813,00 € 920,00 € 813,00
k. OPA Plus € 822,00 € 738,00 € 738,00
--- --------------- ----- --- --------------- ----- --- --------------- ----- Totaal € 29.750,00 € 22.470,00 € 20.982,00
00:15:32 - 00:16:58 - Spreekgestoelte 1 -
6.i
Bijlagen
Besluit
De Havenbeheersverordening Flevokust Haven 2018 vast te stellen
-
700:16:02 - 00:16:58 - Spreekgestoelte 100:16:59 - 00:17:03 - I.R. (Ina) Adema00:17:03 - 00:17:29 - H. (Henk) Schraa00:17:30 - 00:18:16 - Spreekgestoelte 100:18:16 - 00:18:18 - H. (Henk) Schraa00:18:18 - 00:18:21 - Spreekgestoelte 100:18:23 - 00:18:24 - I.R. (Ina) Adema00:18:24 - 00:18:46 - G.J. (Judith) Boertjens00:18:46 - 00:19:19 - Spreekgestoelte 100:19:21 - 00:19:31 - G.J. (Judith) Boertjens00:19:32 - 00:19:52 - Spreekgestoelte 100:19:52 - 00:19:58 - I.R. (Ina) Adema00:20:01 - 00:20:02 - I.R. (Ina) Adema00:20:02 - 00:20:38 - P.L.W,J. (Luc) Baaten00:20:38 - 00:21:01 - Spreekgestoelte 100:21:03 - 00:21:15 - P.L.W,J. (Luc) Baaten00:21:15 - 00:21:16 - I.R. (Ina) Adema00:21:17 - 00:22:05 - E.(Emiel) van der Herberg00:22:06 - 00:22:07 - I.R. (Ina) Adema00:22:07 - 00:22:27 - J. (Jack) Schoone00:22:28 - 00:22:29 - Spreekgestoelte 100:22:29 - 00:22:30 - M. (Meta) Jacobs-Haagen00:22:30 - 00:23:09 - Spreekgestoelte 100:23:09 - 00:23:12 - J. (Jack) Schoone00:23:12 - 00:23:13 - I.R. (Ina) Adema00:23:13 - 00:23:45 - E.(Emiel) van der Herberg00:23:46 - 00:23:47 - I.R. (Ina) Adema00:23:47 - 00:24:00 - M. (Meta) Jacobs-Haagen00:24:00 - 00:24:08 - I.R. (Ina) Adema00:24:14 - 00:26:09 - Spreekgestoelte 200:26:10 - 00:26:18 - I.R. (Ina) Adema00:26:18 - 00:26:45 - D.B.J. (Diane) Bergman00:26:45 - 00:27:30 - Spreekgestoelte 200:27:31 - 00:29:01 - D.B.J. (Diane) Bergman00:29:03 - 00:29:37 - Spreekgestoelte 200:29:37 - 00:29:38 - I.R. (Ina) Adema00:29:42 - 00:30:48 - B.D. (Berend) Okma00:30:48 - 00:30:52 - I.R. (Ina) Adema00:30:52 - 00:31:05 - Spreekgestoelte 200:31:05 - 00:31:06 - I.R. (Ina) Adema00:31:06 - 00:31:26 - D.B.J. (Diane) Bergman00:31:26 - 00:31:35 - Spreekgestoelte 200:31:36 - 00:31:42 - D.B.J. (Diane) Bergman00:31:42 - 00:31:47 - I.R. (Ina) Adema00:31:47 - 00:32:05 - G.J. (Judith) Boertjens00:32:05 - 00:32:06 - Spreekgestoelte 200:32:06 - 00:32:09 - I.R. (Ina) Adema00:32:09 - 00:32:49 - P.L.W,J. (Luc) Baaten00:32:49 - 00:33:29 - I.R. (Ina) Adema00:33:29 - 00:33:35 - J. (Jack) Schoone00:33:35 - 00:34:07 - I.R. (Ina) Adema00:34:09 - 00:34:24 - J. (Jack) Schoone00:34:24 - 00:34:28 - I.R. (Ina) Adema00:34:28 - 00:34:29 - J. (Jack) Schoone00:34:29 - 00:35:25 - P.E. (Nelly) den Os00:35:25 - 00:35:34 - I.R. (Ina) Adema00:35:34 - 00:36:21 - M.J. (Marianne) van de Watering00:36:22 - 00:37:15 - P.E. (Nelly) den Os00:37:15 - 00:37:17 - M.J. (Marianne) van de Watering00:37:17 - 00:37:18 - P.E. (Nelly) den Os00:37:18 - 00:37:19 - I.R. (Ina) Adema00:37:19 - 00:37:31 - P.E. (Nelly) den Os00:37:31 - 00:37:32 - I.R. (Ina) Adema00:37:32 - 00:37:52 - M.J. (Marianne) van de Watering00:37:53 - 00:38:21 - P.E. (Nelly) den Os00:38:21 - 00:38:25 - M.J. (Marianne) van de Watering00:38:27 - 00:38:38 - P.E. (Nelly) den Os00:38:39 - 00:38:40 - M.J. (Marianne) van de Watering00:38:40 - 00:38:41 - I.R. (Ina) Adema00:38:41 - 00:38:44 - M.J. (Marianne) van de Watering00:38:44 - 00:38:52 - I.R. (Ina) Adema00:38:52 - 00:40:19 - G.J. (Judith) Boertjens00:40:19 - 00:40:20 - I.R. (Ina) Adema00:40:20 - 00:41:28 - P.E. (Nelly) den Os00:41:28 - 00:41:33 - G.J. (Judith) Boertjens00:41:34 - 00:41:39 - P.E. (Nelly) den Os00:41:39 - 00:41:40 - I.R. (Ina) Adema00:41:40 - 00:41:42 - G.J. (Judith) Boertjens00:41:42 - 00:41:49 - I.R. (Ina) Adema00:41:49 - 00:43:08 - M.C (Marco) Boogaard00:43:08 - 00:43:10 - I.R. (Ina) Adema00:43:11 - 00:44:13 - P. (Peter) Schot00:44:14 - 00:44:20 - M.C (Marco) Boogaard00:44:21 - 00:44:48 - P. (Peter) Schot00:44:49 - 00:45:06 - M.C (Marco) Boogaard00:45:06 - 00:45:08 - P. (Peter) Schot00:45:08 - 00:45:09 - M.C (Marco) Boogaard00:45:09 - 00:45:10 - I.R. (Ina) Adema00:45:10 - 00:45:18 - M.C (Marco) Boogaard00:45:18 - 00:45:21 - I.R. (Ina) Adema00:45:21 - 00:45:27 - J. (Jack) Schoone00:45:28 - 00:45:33 - I.R. (Ina) Adema00:45:33 - 00:46:12 - S.H. (Sanne) de Wilde00:46:18 - 00:46:29 - I.R. (Ina) Adema00:46:29 - 00:46:31 - S.H. (Sanne) de Wilde00:46:31 - 00:46:40 - I.R. (Ina) Adema