Raadsvergadering

De minister van Economische Zaken en Klimaat door middel van bijgaande brief te informeren over de gemeentelijke reactie ten aanzien van het voorontwerp Rijksinpassingsplan Windpark Windplan Blauw met als belangrijkste punten:
a. Het plan past binnen het beleid ten aan zien van wind;
b. Er zijn aandachtspunten bij verdere uitwerking naar een ontwerp inpassingsplan.

De in de Reserve Ontwikkeling Stad (ROS) beklemde middelen ter grootte van € 500.000 te onttrekken, onder voorbehoud van de nog te formaliseren afspraken met Rijkswaterstaat over deze bijdrage.
2. Deze incidentele middelen te bestemmen voor: optimale aanleg-, walstroom-, toilet- en havenkantoorvoorzieningen zoals in bijlage 1 is weergegeven.

1. het bestemmingsplan Lelystad Schepenwijk overeenkomstig de nota ‘gewijzigde vaststelling Schepenwijk’, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0995.BP00058-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen, waarbij gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de basisregistratie grootschalige topografie d.d. 12-01- 2016 vast te stellen;
2. geen exploitatieplan vast te stellen

1. Tot voorzitter van de Rekenkamer van Lelystad te herbenoemen de heer R.J.E. Douma per 1 maart 2018.
2. Tot lid van de Rekenkamer van Lelystad te herbenoemen mevrouw I. Koopmans per 1 maart 2018.

1. De ‘kadernota inhuur van personeel 2009’ in te trekken
2. Het volgende Kader inhuur externe expertise 2017 vast te stellen:
   a. Het maximaal bieden van kansen aan eigen mensen waarbij we talenten benutten en blijven ontwikkelen en de interne flexibiliteit bevorderen door bijvoorbeeld taakroulatie, opleiding/trainee of tijdelijke uitbreiding dienstverband.
   b. Streven naar een organisatie in balans: om optimaal te kunnen presteren gaat het om het binden van voldoende mensen in vaste dienst en tegelijkertijd voldoende expertise en nieuwe inzichten naar binnen halen om de noodzakelijke vernieuwing impuls te blijven geven waarbij het borgen van kennis een aandachtspunt is.
   c. Waar mogelijk daarbij de voorrang geven aan het (tijdelijk) in dienst nemen boven inhuur externe expertise.
   d. De middelen zijn bepalend: zelf doen of uitbesteden is en blijft (ook) een financieel economische afweging.
   e. Inhuren volgens de geldende wet- & regelgeving en een zorgvuldig opdrachtgever zijn.
   f. Uniforme registratie en de onderliggende motivatie ten aanzien van inhuur externe expertise vastleggen.
   g. De financiële richtlijnen die aan een gemeentelijke organisatie worden gesteld zijn leidend.

1. Kennis te nemen van het businessplan “Social Firm”;
2. De volgende wensen en bedenkingen kenbaar te maken bij het voornemen van het college in te stemmen met de oprichting van de coöperatie Social Firm;

2.a. Het college zal de raad tijdig informeren over het verdere proces – waaronder het inpassingsplan Social Firm – aan de hand van toegankelijker stukken dan thans bij dit raadsvoorstel zijn aangeleverd;

2.b. Activiteiten binnen de ondernemingen die deel uitmaken of zullen maken van de op te richten coöperatie zullen te allen tijde ten minste 50% werknemers in dienst hebben die een achterstand hebben op de reguliere arbeidsmarkt.

1. Tot voorzitter van de Rekenkamer van Lelystad te herbenoemen de heer R.J.E. Douma per 1 maart 2018.
2. Tot lid van de Rekenkamer van Lelystad te herbenoemen mevrouw I. Koopmans per 1 maart 2018.

De basisvariant van het gebiedsplan Lelycentre vast te stellen;
2.1 als kader vast te stellen dat het gebiedsplan niet mag afwijken van de woonvisie
2.2 het bijbehorende basis (transformatie)programma met de jaarschijven (zie ook bijlage 1) vast te
stellen;
a. 2018
a.1 Noorderwagenplein, 111 sociale huurappartementen van 28m2 tot 76 m2;
a.2 Maerlant 16 fase 1, 63 appartementen van 60-90 m2 bestaande uit circa 50%
koop en 50% markthuur;
a.3 Plaats 1, 36 deels sociale huur/deels markthuur zorgappartementen van 60 tot 75
m2 voor senioren in combinatie met de Uiterton;
b. 2019
Maerlant 16 fase 2, 56 appartementen van 55 - 70 m2 bestaande uit circa 50% koop en 50% markthuur;
c. 2020
Maerlant 16 fase 3, 64 appartementen van 55 - 70 m2 bestaande uit circa 50% koop en 50% markthuur.
3. Het programma op te nemen als onderdeel van de totale woningbouwprogrammering voor Lelystad
4. Ruimte op te nemen voor de ontwikkeling van koopappartementen in het prijssegment onder de
€170.000,-
5. Deze ruimte te maximaliseren tot een percentage van 30% van het totale gebied
6. De ontwikkeling van het gebied organisch en vraaggericht te laten plaatsvinden
7. Inrichtingsplan(nen) voor (deel)gebied(en), met inbegrip van de financiële effecten, aan de raad ter besluitvorming voor te leggen.
8. Een parkeerbalans voor het totale gebied bij te houden en bij iedere functiewijziging aan de raad voor te leggen uiterlijk vanaf 1 januari 2019;
a. daarbij als standpunt te hanteren dat de parkeerplekken worden ingericht voor gezamenlijk gebruik;
b. ten behoeve van de bepaling van de benodigde parkeercapaciteit een zo realistisch mogelijke inschatting te maken met medeneming van alle ontwikkelingsmogelijkheden binnen het gebied (dus ook transitie naar woningen van huidig Smedinghuis en pand Nationale politie);
c. als vertrekpunt te hanteren de huidige norm van 1,6 parkeerplaats per woning en afwijkingen daarvan gemotiveerd mee te nemen in de parkeerbalans;
d. daarbij voor parkeren te betrekken de strook langs de Polderdreef, met zoveel mogelijk gebruik van de bestaande verharding.

Het agendapunt schuift door naar de volgende vergadering na het stemmen van het subamendement van CDA, GL en D66 met 16 stemmen voor en 16 stemmen tegen.

1. Voor de statuten en de overige bepalingen van de stichting adviseert de raad de volgende hoofdlijnen aan te houden, hiervan worden in elk geval de punten A tot en met D in de statuten opgenomen, de punten E tot en met H kunnen mits dwingend bepaald worden opgenomen in de tussen de gemeente Lelystad en het bestuur van de stichting over een te komen nadere bepalingen:
   A. Het bestuur van de stichting vervult de kaderstellende en controlerende taak, ten opzichte van de uitvoerende directie.
   B. Het bestuur bestaat uit maximaal 5 en minimaal 3 leden. Bestuursleden zijn uitsluitend natuurlijke personen.
   C. Bestuursleden kunnen geen belangen hebben die conflicteren met de belangen van de exploitatie van Bataviahaven.
   D. Voor het verwerven van registergoederen en het aangaan van borgstellingen groter dan € 25.000 is toestemming nodig van de gemeente Lelystad, hetgeen statutair zo danig moet zijn vastgelegd dat dit ook externe werking heeft.
   E. De accountant van de gemeente Lelystad ontvangt op zijn verzoek alle door hem gewenste informatie van de stichting.
   F. De jaarrekening en de begroting van de stichting wordt ter informatie aan de gemeenteraad aangeboden.
   G. Over uitstel van het aanbieden van de jaarrekening na het statutair bepaalde tijdstip wordt de raad met argumentatie geïnformeerd.
   H. Vastgelegd dient te worden dat personeel in dienst van de stichting geen andere activiteiten mag uitvoeren soortgelijk of nauw verwant aan de activiteiten van Bataviahaven, tenzij na goedkeuring door de gemeente Lelystad de directie wordt opgedragen aan een rechtspersoon die soortgelijke directievoering ook elders voert.
2. Het beschikbaar stellen van middelen en/of eventuele economische voordelen aan de Bataviahaven, alsmede de exploitatie van de Bataviahaven door de stichting Bataviahaven aan te wijzen als plaatsvindend in het algemeen belang in de zin van artikel 25h, vijfde lid, van de Mededingingswet.