Commissie Bestuur, Middelen en Economie

Uitgenodigd: Voor dit agendapunt is burgemeester Bakker uitgenodigd
Overige aanwezigen:
Tijdsduur: 15 minuten
Technische vragen: Technische vragen gesteld voor vrijdag 12 mei 2023 12:00 worden door het college voor de commissievergadering beantwoord (of er wordt gemotiveerd aangegeven waarom dit niet mogelijk is). Technische vragen gesteld na de gestelde deadline kunnen mogelijk niet meer voor de vergadering van een antwoord worden voorzien.
Voorgestelde wijze van bespreking: Korte toelichting door het college, politieke vragen en/of mening van fracties, reactie van het college, conclusie door de voorzitter t.a.v. besluitvorming door de raad
Toelichting: Dit raadsvoorstel is een vervolg op het raadsbesluit van 31 mei 2022 over het oprichten van de Stichting Risicobeheer Veiligheidsregio’s. De achtergrond hiervan is dat de veiligheidsregio’s veel problemen ondervinden bij het inkopen van o.a. de ongevallenverzekering voor hun medewerkers. De volgende stap om dit aan te pakken, is de daadwerkelijke oprichting van een Stichting Waarborgfonds Veiligheidsregio’s, waaraan ook de Veiligheidsregio Flevoland deel wil nemen. Het betreft hier de oprichting van een privaatrechtelijke rechtspersoon. De op te richten stichting heeft ten doel via een waarborgfonds na een dienstongeval uitkeringen aan medewerkers te verstrekken. Alvorens tot oprichting te besluiten stelt de Veiligheidsregio de deelnemende gemeenten via hun gemeenteraden in de gelegenheid wensen en bedenkingen op het betreffende ontwerpbesluit kenbaar te maken. Dit raadsvoorstel voorziet daarin. Het college is voorstander van de voorgestelde regeling, maar stelt voor een zienswijzebrief aan de Veiligheidsregio te sturen met betrekking tot het beheer van de financiële middelen. De hierin opgenomen wensen en bedenkingen hebben betrekking op a) de maximale hoogte van de op te nemen voorziening en dat deze door een bank – de Bank Nederlandse Gemeenten – met zekerheden beheerd wordt en b) de voorwaarden waarop latere deelname door andere veiligheidsregio’s na oprichting plaats zou moeten vinden.

1. Kennis te nemen van het voorgenomen besluit tot de oprichting en deelname aan het waarborgfonds Veiligheidsregio's per 1 januari 2024.
2. De bijgevoegde wensen en bedenkingen in te dienen bij het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Flevoland en deze door middel van de bijgevoegde brief via het college in te dienen bij de Veiligheidsregio.

Uitgenodigd: Voor dit agendapunt is wethouder Grimbergen uitgenodigd.
Overige aanwezigen: -
Tijdsduur: 2,5 uur (incl. behandeling agendapunt 7.b.2)
Technische vragen: Technische vragen gesteld voor vrijdag 5 mei 2023 24:00 uur worden door het college voor de commissievergadering beantwoord (of er wordt gemotiveerd aangegeven waarom dit niet mogelijk is). Technische vragen gesteld na de gestelde deadline kunnen mogelijk niet meer voor deze vergadering van een antwoord worden voorzien.
Voorgestelde wijze van bespreking: Insprekers krijgen de gelegenheid om de raad zaken mee te geven ter overweging richting de besluitvorming. In het eerste termijn van de vergadering zullen de geïnventariseerde onderwerpen besproken worden. (Voor vrijdag 12 mei 12:00 uur kunnen gespreksonderwerpen door de fracties aangeleverd worden bij de griffie@lelystad.nl, o.v.v. "te bespreken onderwerpen KN24") gevolgd door een reactie van het college, tweede termijn voor standpunt bepaling door fracties, conclusie door voorzitter t.a.v. besluitvorming door de raad.
Toelichting: Binnen de planning en controlcyclus is het gebruikelijk dat het college in het voorjaar een kadernota aan de raad voorlegt, met daarin de kaders voor het daaropvolgende begrotingsjaar. Afgelopen jaar was de kadernota beleidsarm omdat de kaderstelling onderdeel uit maakte van de onderhandelingen bij het raadsakkoord en de vorming van het college. De kadernota die nu aangeboden wordt is dat niet, met deze kadernota wordt er door de raad richting gegeven aan de inhoudelijke en financiële kaders van gemeente Lelystad voor de komende jaren.

PROCEDUREEL: (zie BL MEMO proces Kadernota 2024-2027)
Dinsdag 25 april: College biedt Kadernota 2024 aan de gemeenteraad aan.
Vrijdag 5 mei:      DEADLINE voor het indienen van technische vragen.
Vrijdag 12 mei:    DEADLINE vóór 12:00 uur, indienen van onderwerpen bij de griffie, voor bespreking in de commissievergadering.
Dinsdag 16 mei:  Beantwoording van de technische vragen worden aangeboden aan de raad.
Dinsdag 16 mei:  Commissie vergadering Kadernota 2024-2027.
Vrijdag 26 mei:    DEADLINE aanleveren concept moties en amendementen.
Dinsdag 6 juni:    Preadviezen concept moties en amendementen.
Dinsdag 6 juni:    Deel 1 besluitvorming Kadernota 2024 – 2027, fracties kunnen hun politieke mening over de kadernota uiten.
Maandag 26 juni: DEADLINE vóór 10:00 uur aanleveren eventueel gewijzigde moties en amendementen.
Dinsdag 27 juni:  Preadviezen moties en amendementen.
Dinsdag 27 juni:  Deel 2 besluitvorming – kadernota 2024 – 2027, college zal reageren, stemverklaringen kunnen gegeven worden en de stemming vindt plaats.

De kadernota 2024 - 2027 vast te stellen, met inachtneming van de volgende voorgestelde besluitpunten:
1. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie bijdrage GR Flevolands Archief’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€123.000.
2a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Vervanging bedrijfsauto’ een investeringskrediet beschikbaar te stellen van €60.000.
2b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Vervanging bedrijfsauto’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€10.000.
3a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie rondweg Lelystad Zuid’ het voorbereidingskrediet in 2023 op te hogen tot een totaalbedrag van €2.000.000 (exclusief BTW), waarvan €700.000 voor de wegen, fiets- en voetpaden (afschrijving 40 jaar) en €1.300.000 voor de bruggen en tunnel (afschrijving 30 jaar).
3b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie rondweg Lelystad Zuid’ de begroting 2024 en de meerjarenraming 2025 – 2027 bij te stellen met de volgende bedragen: €547.000 in 2024 en 2025, €266.000 in 2026 en -€131.000 met ingang van 2027.
4. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie bijdrage GR Veiligheidsregio’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€296.000.
5. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie integraal stedenbouwkundig ontwerp Stationsgebied Oost’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: -€95.000 in 2024 en -€94.000 met ingang van 2025.
6. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie fietsenstalling station’ de begroting 2024 en de meerjarenraming 2025 bij te stellen met €382.000.
7. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie IHP’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: -€871.000 in 2024, -€568.000 in 2025, -€1.092.000 in 2026 en -€957.000 met ingang van 2027.
8. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Inzet Brede Regeling Combinatiefuncties’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€180.000.
9. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie openlucht natuurzwembad’ de begroting 2024 bij te stellen met €125.000.
10. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie sporthal infrastructuur’ de begroting 2024 en de meerjarenraming 2025 bij te stellen met €175.000.
11. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie onderhoud kunstcollectie’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: -€13.000 in 2024 en 2025 en -€25.000 met ingang van 2026.
12a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie investering nieuw poppodium’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: €300.000 in 2024 en 2025 en -€50.000 met ingang van 2026.
12b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie investering nieuw poppodium’ de hiervoor doorgevoerde beklemming van €2.000.000 binnen de algemene te laten vervallen.
13. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisaties onderhoudsbestekken’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€740.000.
14. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie Participatiewet’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 vooralsnog niet bij te stellen.
15. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie Wet Sociale Werkvoorziening (Social Firm)’ de meerjarenraming 2026 bij te stellen met €403.000.
16. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie Wmo’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 vooralsnog niet bij te stellen.
17. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie Jeugdzorg’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 vooralsnog niet bij te stellen.
18. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie bijdrage GR GGD’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€279.000.
19. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie uitwerking investeren bestaande wijken’ de begroting 2024 bij te stellen met €500.000.
20. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie OZB inkomsten – indexatie en areaal’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met €2.158.000.
21. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Nominale compensatie algemene uitkering gemeentefonds’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met €5.910.000.
22. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Aanvullende nominale compensatie algemene uitkering gemeentefonds’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met €4.520.000.
23. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Compensatie stijging CAO lonen en sociale lasten (tranche 2023)’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€1.173.000.
24. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Compensatie stijging CAO lonen en sociale lasten (tranche 2024)’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€3.284.000.
25. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Compensatie inflatie – gemeentebegroting (tranche 2024)’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€7.020.000.
26. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Compensatie inflatie – gesubsidieerde instellingen (tranche 2024)’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€1.271.000.
27. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Doorwerking bredere financiering systematiek’ de meerjarenraming met ingang van 2026 vooralsnog niet bij te stellen
28. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Herijking algemene uitkering’ de meerjarenraming met ingang van 2026 vooralsnog bij te stellen.
29. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Structureel ramen eenmalige uitkering 2026’ de meerjarenraming met ingang van 2027 bij te stellen met €4.356.000.
30. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wet goed verhuurderschap’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met €44.000 en deze middelen budgetneutraal beschikbaar te stellen voor de uitvoering.
31. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wet kwaliteitsborging voor het bouwen’ de begroting 2024 en de meerjarenraming 2025 – 2026 bij te stellen met -€12.000 en deze wegvallende middelen budgetneutraal in mindering te brengen op het reeds beschikbaar gestelde budget.
32. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Capaciteitsbehoefte in relatie tot groei van de stad’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€328.000.
33. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Capaciteitsbehoefte in relatie tot verstedelijkingsopave’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met de volgende bedragen: -€200.000 in 2024, -€400.000 in 2025, -€600.000 in 2026 en -€800.000 met ingang van 2027.
34. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Structurele subsidie Stichting Lelystad Schoon’ de begroting 2024 en de meerjarenraming met ingang van 2025 bij te stellen met -€40.000 en deze bijdrage budgetneutraal te dekken via een verrekening met de uitgebreide producenten vergoeding.
35. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Voorbereidingskrediet Stedelijk Waterfront Kust’ een investeringskrediet ter grootte van €1.400.000 beschikbaar te stellen.
36. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Voorbereidingskrediet Zilverpark West’ een voorbereidingskrediet van €500.000 beschikbaar te stellen.
37. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Implementatiekosten ondersteuning werkplekconcept’ de begroting 2024 bij te stellen met -€275.000 ten laste van de reserve ontwikkeling stad.
38. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Bijdrage MIRT- onderzoek Lelylijn’ de begroting 2024 bij te stellen met -€400.000 ten laste van de reserve ontwikkeling stad.
39. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Fietsovergangen op IJsselmeerdijk t.h.v. Klokbekerweg’ de begroting 2024 bij te stellen met -€175.000 ten laste van de reserve ontwikkeling stad.
40. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Fietsverbinding tussen Centrumbrug - Maerlant’ de begroting 2024 bij te stellen met -€185.000 ten laste van de reserve ontwikkeling stad.
41. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Kruispuntplateau Salland’ de begroting 2024 bij te stellen met -€20.000 ten laste van de reserve ontwikkeling stad.
42. Op basis van bovenstaand procesvoorstel te beginnen met ‘Zero Based Begroten’, zodat op een later moment keuzes gemaakt kunnen worden om het financieel perspectief met ingang van 2026 sluitend te maken.

Uitgenodigd: Voor dit agendapunt is wethouder Grimbergen uitgenodigd.
Overige aanwezigen: -
Tijdsduur: n.v.t. Wordt behandeld in samenhang met Kadernota (agendapunt 7.b.1)
Technische vragen: Technische vragen gesteld voor vrijdag 12 mei 2023 12:00 uur worden door het college voor de commissievergadering beantwoord (of er wordt gemotiveerd aangegeven waarom dit niet mogelijk is). Technische vragen gesteld na de gestelde deadline kunnen mogelijk niet meer voor de vergadering van een antwoord worden voorzien.
Voorgestelde wijze van bespreking: Korte toelichting (maximaal 5 minuten) door het college, eerste termijn politieke vragen en/of mening van fracties, reactie van het college, tweede termijn voor standpuntbepaling door fracties, conclusie door de voorzitter t.a.v. besluitvorming door de raad
Toelichting: Ieder jaar wordt het Integraal Huisvestigingsplan Onderwijs (IHP) voorgelegd aan de raad. In dit plan worden geplande investeringen in de Lelystadse schoolgebouwen voor de huidige en komende jaren opgenomen en waar nodig aangepast aan de actualiteit. Dit voorstel wordt in deze commissie, gelijktijdig met de Kadernota besproken, omdat eventuele wijzigingen van dit voorstel leiden tot effecten in de begroting. Deze kunnen dan integraal worden afgewogen.

1. Kennis te nemen van het concept Integraal Huisvesting Plan Onderwijs (IHP) jaarprogramma
    2023-2024;
2. De geraamde investeringskredieten voor onderwijshuisvestingsprojecten aan te passen aan de
   prijsontwikkeling van bouwkosten met een indexeringspercentage van 14,08% en vooruitlopend op de kadernota als onontkoombaar vast te stellen;
3. Ter uitvoering van de motie van 22 november 2022 betreffende ‘klimaatadaptieve nieuwbouw
    scholen’:
   a. voor de nog op te starten nieuwbouwprojecten een ‘klimaatadaptief’ ontwerp te laten maken op basis waarvan de (extra) kosten van aanvullende klimaatadaptieve maatregelen inzichtelijk worden en voor besluitvorming kunnen worden voorgelegd;
   b. een budget van € 200.000 per nieuw te bouwen school beschikbaar te stellen in de kosten van accupakketten en € 300.000 voor Kindcentrum Voorhof waarin twee scholen onder één dak zullen worden gehuisvest;
4. De financiële consequenties die voortvloeien uit beslispunten 2 en 3.b., in de begroting op te
     nemen als onderdeel van de bijstelling van het IHP bij de Kadernota 2024-2027;
5. Ter aanvulling op het beleidskader onderwijshuisvesting voor het primair onderwijs 2019, de
    volgende beleidsuitgangspunten vast te stellen:
   a. een school voor primair onderwijs wordt, in geval van ruimtetekort, voor extra ruimte doorverwezen naar leegstand in een (school)gebouw binnen een straal van 2 kilometer hemelsbreed voor een periode van maximaal 5 jaren. Hieraan de voorwaarden en uitzonderingen te verbinden zoals opgesomd onder argument 2.e.II van dit voorstel;
   b. Nieuw te bouwen of te herbouwen gymzalen voor het bewegingsonderwijs te realiseren met een zaalgrootte van 312m2 (zgn. ‘1.3 formaat’).