- Locatie
Raadzaal
- Toelichting
-
Raad 14-05-2013
Uitzending
Agendapunten
-
1Verklaring der letters: (B) = beeldvormende vergadering (O) = oordeelvormende vergadering
-
218.45 - 19.00 uur Ontvangst met koffie (Burgerzaal)
-
3
Bijlagen
-
4
Bijlagen
-
5
Bijlagen
-
6
Bijlagen
-
7
Bijlagen
-
8
Bijlagen
-
9
Bijlagen
-
1020.45 - 21.00 uur Pauze
-
1121.00 - 23.00 uur Besluitvormende raadsvergadering
-
12Opening
-
13Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 RvO).
-
14Vaststelling agenda.
-
15Mededelingen
-
16
Bijlagen
-
17
Bijlagen
-
18
Bijlagen
-
19Vaststellen A-stukken
-
20
Bijlagen
Besluit
in te stemmen met de volgende besluitpunten van het college over de gemeentelijke opschaling, regionale samenwerking en de decentralisaties:
Het college heeft vastgesteld dat :
- de gemeente Lelystad de juiste schaalgrootte heeft en dat er vanuit het kabinetsbeleid geen dwingende noodzaak is voor gemeentelijke opschaling;
- voor de regionale samenwerking op het ruimtelijk-economisch domein het volgende geldt:
- het betreft vooral de thema’s ruimtelijke ontwikkeling (stedelijke ontwikkeling en wonen),
- verkeer en vervoer, natuur en regionaal economisch beleid;
- de belangrijkste regionale samenwerking voor deze thema’s vindt plaats binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA), waarbij de belangrijkste samenwerkingspartners Almere, Amsterdam/stadsregio Amsterdam en de provincie Flevoland zijn;
- voor het thema ‘wonen’ en de woningmarkt dient de samenwerking met Almere en de partners in de MRA versterkt te worden;
- de regionale samenwerking met Almere en de provincie Flevoland en binnen de MRA gebaat is met een constructief samenwerkingsklimaat, met openheid en inzichtelijkheid;
- voor de regionale samenwerking op het sociale domein het volgende geldt:
- de zes Flevolandse gemeenten (Lelystad, Almere, Zeewolde, Dronten, Noordoostpolder en Urk) hebben de intentie uitgesproken om samen te werken aan de drie decentralisaties AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet. Uitgangspunt daarbij is ‘lokaal waar mogelijk, regionaal waar nodig’;
- voor Lelystad zijn de belangrijkste drie intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die met zes Flevolandse gemeenten (in de provincie Flevoland en in het kader van het Flevolandse Overleg Transitie Sociaal Domein), die met gemeente Almere (deelregio Lelystad -Almere dat als arbeidsmarktgebied (inclusief onderwijs) onderdeel uitmaakt van de MRA), en die met de gemeenten Zeewolde, Noordoostpolder en Urk voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening de GR IJsselmeergroep;
- voor de specifieke decentralisatiedossiers geldt:
- AWBZ: het vertrekpunt is lokaal, maar indien nodig kan worden opgeschaald naar regio- of provincieverband. Congruente samenwerking met de zes Flevolandse gemeenten in het kader van het Flevolandse Overleg Transitie Sociaal Domein. Voor de AWBZ is geen wettelijk verplichte samenwerking;
- Jeugdzorg: zoveel mogelijk op lokaal niveau organiseren en bovenlokaal waar samenwerking wettelijk wordt voorgeschreven of waar samenwerking een meerwaarde voor de kwaliteit en beschikbaarheid van zorg en expertise heeft. Congruente samenwerking met de zes Flevolandse gemeenten in het kader van Flevolandse Overleg Transitie Sociaal Domein;
- Participatiewet: vertrekpunt is lokaal, maar in wisselende intergemeentelijke samenwerking kan naar het Flevolandse niveau met de zes Flevolandse gemeenten (in het kader van het Flevolandse Overleg Transitie Sociaal Domein) of naar de deelregio Lelystad- Almere in het MRA-verband opgeschaald worden:
• voor de verplichte taken SUWI-wetgeving binnen de Arbeidsmarktregio Flevoland/wethouders sociale en economische zaken;
• voor de arbeidsmarkt: binnen de samenwerking met Almere en de partners in de MRA.
Vanuit het belang van de MRA voor de Lelystadse arbeidsmarkt is deze incongruente samenwerking te beargumenteren;
- het recent gesloten akkoord in de Stichting van de Arbeid, zeer waarschijnlijk vergaande implicaties heeft voor de invulling van de regionale sociale infrastructuur op het terrein van arbeid, en daarmee de gemeentelijke autonomie t.a.v. de uitvoering arbeidsmarktbeleid en sociale zekerheid;
- dat het Bestuurlijk Overleg Transitie Sociaal Domein namens alle zes Flevolandse gemeenten voor 15 mei 2013 een gezamenlijke reactie heeft gestuurd naar het ministerie van BZK en de VNG betreffende de samenwerkingsverbanden waarin de uitvoering van de decentralisaties plaatsvindt;
- voor het ruimtelijk-economisch domein en het sociale domein uitgegaan wordt van regionale samenwerking op basis van overleg, waarbij iedere gemeente zelf afzonderlijk verantwoordelijk blijft voor de te nemen besluiten;
- samenwerking m.b.t. de bedrijfsvoering via ambtelijke poolvorming (wel of niet via een matrix) uitgewerkt kan worden;
-
21
Bijlagen
Besluit
de volgende zienswijzen in te dienen bij het bestuur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek:
Zienswijze met betrekking tot tekort op personeelslasten:
U geeft in uw voorwoord aan dat in de ontwerpbegroting 2014 een aanzienlijke discrepantie bestaat tussen de begrote salarissom en de werkelijke salarissom na de overdracht van medewerkers van de deelnemers aan de OFGV. De begrote salarissom is als taakstellend gehanteerd.
U geeft daarbij aan dat er met de partners overleg gevoerd moet worden welke taken er met het mogelijke personeelsbestand uitgevoerd kunnen/moeten worden en welke niet. Hiermee stelt u dat er een takendiscussie moet plaats vinden.
Alle in het verleden in de begroting opgenomen middelen voor de uitvoering van betreffende taken zijn over gegaan naar de OFGV. Afstoten van betreffende taken en het wel in stand houden van de bijdrage aan de OFGV, wil zeggen dat de gemeente deze taken weer zou moeten uitvoeren, zonder de daarvoor benodigde middelen. Afstoten van taken is daarom geen optie. Beter zou gekeken kunnen worden hoe betreffende taken efficiënter en effectiever uitgevoerd kunnen worden.
Zienswijze met betrekking tot taakstellende bezuiniging:
U geeft aan dat nog niet bekend is hoe taakstellende bezuiniging gerealiseerd gaat worden. Dit in combinatie met verwachte tekorten op personeelslasten, vraagt om meer zicht op hoe deze taakstelling wordt gerealiseerd. Daarom verzoeken wij u om een plan te ontwikkelen hoe deze taakstelling in combinatie met de te verwachte tekorten op personeelslasten te ondervangen.
Zienswijze met betrekking tot de overige lasten:
Mogelijke taakstellingen worden nu alleen gezocht binnen de personeelslasten. Echter zien wij eveneens mogelijkheden binnen de overige lasten, zoals:- Opleidingskosten
U stelt dat er in het begin meer opleidingskosten noodzakelijk zijn om de landelijk beoogde kwaliteitsverbetering van vergunningverlening en handhaving te realiseren. Opleiden is goed, echter het budget dat hiervoor is gereserveerd vinden wij aan de hoge kant.
Toelichting:
- Medewerkers van de partners welke zijn overgenomen door de OFGV, zijn goed gekwalificeerd.
- Daarnaast bedraagt het budget voor opleidingskosten 4% van de salarissom (tot 2016). Na 2016 wordt er 2,5% gehanteerd. Gemeente Lelystad hanteert een percentage van 1,91%.
- Wanneer de bezetting van de formatie naar beneden wordt bijgesteld, conform voorstel in de conceptbegroting wil dit zeggen dat het totaal beschikbare budget per fte per jaar verhoogd wordt.
- Kapitaallasten
De door U gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn beduidend korter dan de door gemeente
Lelystad gehanteerde afschrijvingstermijnen. Hierdoor zijn de kapitaallasten hoger.
Heroverweging van afschrijvingstermijnen zou wenselijk zijn.
Zienswijze met betrekking tot het voldoen aan de richtlijnen BBV
Voor de OFGV zijn de richtlijnen, zoals deze voor gemeenten en provincies geldt, volledig van toepassing. De door de OFGV ingediende begroting voldoet niet aan deze richtlijnen. In de artikelen 8 en 25 van de BBV is opgenomen dat de begroting een samenhangend inzicht geeft in de doelen, de activiteiten en de bijbeherende lasten. Middels deze begroting is inhoudelijk niet te beoordelen of de OFGV haar opdrachten overeenkomstig de afspraken zal en kan uitvoeren. Verder ontbreken verplichte paragrafen (o.a. weerstandsvermogen, financieringen en onderhoud kapitaalgoederen).
De voornaamste zienswijze in die zin te wijzigen dat het volgende tot uitdrukking wordt gebracht:
- Taken dienen binnen de beoogde personele begroting efficiënt en effectief te worden uitgevoerd.
- De begroting dient te voldoen aan de in het BBV gestelde eisen.
Verzoekt het college;
Bij de bepaling van het standpunt in het bestuur van de OFGV de zienswijze zwaar te laten meewegen. - Opleidingskosten
-
22
Bijlagen
Besluit
- overeenkomstig de uitspraak d.d. 28 november 2012 van de Afdeling bestuursrechtspraak, artikel 5, De Groene Velden - betreffende het perceel kadastraal bekend Lelystad F839 en het perceel kadastraal bekend Lelystad F876 beiden per opnamedatum 1 mei 2011 - her vast te stellen volgens de regeling met IMRO-codering NL.IMRO.0995.BP00047-RvS1 ;
- dit besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.
-
23
Bijlagen
Besluit
- Een ontwerp-verklaring van geen bedenkingen af te geven voor het wijzigen van het voormalige kantoorpand naar bedrijfswoning, gecombineerd met een paardenpension en –opleidingscentrum op het perceel Lisdoddeweg 36 te Lelystad, op grond van artikel 2.27 Wabo, juncto artikel 3.11 Wabo, juncto artikel 6.5 Bor.
- Bij geen zienswijzen de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen aan te merken als definitieve verklaring van geen bedenkingen.
-
24
Bijlagen
Besluit
Een tweede lid aan artikel 8.2 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning toe te voegen met de volgende formulering:
‘Het college verhoogt in afwijking van het eerste lid jaarlijks per 1 januari het in artikel 5.1, lid 1, onder a, gestelde tarief aan de hand van de prijsindex volgens het kennisplatform NEA’. -
25
Bijlagen
Besluit
- de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2013 vast te stellen;
- de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2008 in te trekken met ingang van de datum waarop de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2013 in werking treedt.
-
26
Bijlagen
Besluit
Grondexploitatie Kust-totaal splitsen in drie zelfstandige grondexploitaties (Batavia-stad, Batavia-haven en Houtribhoogte) en de overige deelcomplexen uit exploitatie nemen
- de herziene grondexploitatie Kust-totaal 2012 vast te stellen met inachtneming van de punten 2 tot en met 6;
- de deelexploitatie Hoofdstructuur Kust op te heffen en de boekwaarde van de hoofdstructuur ten laste brengen van de Reserve Kust;
- de deelexploitatie Noorderzijl over te hevelen naar de A-staten als strategische voorraad en de boekwaarde te verlagen tot € 10,00 per m2 plangebied. De afwaardering ten laste van de reserve Kust te brengen;
- de deelexploitatie Graansteiger over te hevelen naar de A-staten als strategische voorraad en de boekwaarde te verlagen tot € 10,00 per m2 plangebied. De afwaardering ten laste van de reserve Kust te brengen;
- de deelexploitatie Kust-centraal over te hevelen naar de A-staten als strategische voorraad en de boekwaarde te verlagen tot verwervingswaarde door de geraamde bijdrage van Batavia-Haven planverkleining voor 50% in te brengen in Kust-centraal;
- de deelexploitaties Bataviastad, Batavia-Haven en Houtribhoogte vast te stellen als zelfstandige grondexploitaties;
- het college te machtigen tot het doen van de benodigde uitgaven en investeringen tot het bedrag van de in de onderscheidene hoofdstukken van de grondexploitaties Bataviastad, Batavia-haven en Houtribhoogte begrote bedragen met inachtneming van de daarin opgenomen globale uitvoeringsfasering;
- de door het college ingevolge artikel 25, lid 2 van de Gemeentewet opgelegde geheimhouding op de herziene grondexploitatie Kust-totaal 2012 als bedoeld in artikel 25 lid 3 de Gemeentewet te bekrachtigen;
- ten laste van reserve Kust worden daarnaast nog de volgende onttrekkingen gedaan:
a. Voorziening instellen t.b.v. Houtribhoogte en Batavia-Haven
b. Middengebied werkeiland afwaarderen tot nul
c. Tijdelijke inrichting hotelkavel t.b.v. evenementen; - de reserve Kust op te heffen na onttrekkingen ten behoeve van de diverse deelexploitaties van de Kust.
-
27
Bijlagen
Besluit
- de herziene grondexploitatie Warande 2012 1ste deelgebied vast te stellen;
- om € 500.000,00 ten behoeve van het saneren van het gronddepot aan de Buizerdweg ten laste te brengen van voorziening bovengronds en daarbij de sanering niet eerder in uitvoering te nemen dan dat het voor de gronduitgifte onvermijdelijk wordt;
- de grondexploitatie hoofdplanstructuur op te heffen en de kosten binnen het plangebied ten laste brengen van de grondexploitatie Warande en de bovenwijkse kosten ten laste te brengen van bovenwijkse voorzieningen;
- het college te machtigen tot het doen van de benodigde uitgaven en investeringen tot het bedrag van de in de onderscheidene hoofdstukken begrote bedragen
• met uitzondering van de geraamde bedragen voor communicatie, en
• met inachtneming van de daarin opgenomen globale uitvoeringsfasering; - de door het college ingevolge artikel 25, lid 2, van de Gemeentewet opgelegde geheimhouding op de herziene grondexploitatie Warande 2012 1ste deelgebied op grond van artikel 25, lid 3, van de Gemeentewet te bekrachtigen.
-
28
Bijlagen
Besluit
- het dekkingstekort in de reserve bovenwijkse voorzieningen als gevolg van het opheffen van de grondexploitatie hoofdplanstructuur Warande groot € 5.363.319,00 ten laste te brengen van de voorziening onderhanden werk en het restant saldo van de voorziening onderhanden werk (thans begroot op € 117.194,00 negatief) mee te nemen in het bedrijfsresultaat Grondbedrijf 2012
-
- bovenwijkse projecten pas ten uitvoer te nemen nadat er vanuit de grondexploitaties de benodigde afdrachten richting de reserve bovenwijkse voorzieningen hebben plaatsgevonden.
-
29
Bijlagen
Besluit
vast te stellen de navolgende
BEHEERVERORDENING riolering 2013 -
30B-stukken
-
31
Bijlagen
Besluit
- De volgende uitgangspunten voor het beoordelen van aanvragen voor het schooljaar 2013- 2014 en volgende jaren vast te stellen en voor nieuwe aanvragen voor schooljaar 2012-2013 nadat de verordening in werking is getreden:
a. De verantwoordelijkheid voor het vervoer naar school ligt primair bij de ouders;
b. Voorafgaand aan de toewijzing voor aangepast vervoer worden eerst de mogelijkheden van een fietsvergoeding, dan wel een openbaar vervoervergoeding bezien.
c. Leerlingenvervoer is in principe bedoeld voor het vervoer van school naar huis en vice versa.
d. Busbegeleiding is in principe een taak van de ouders en wordt vanaf september 2013 alleen nog verzorgd door de gemeente wanneer er een medische verklaring aan ten grondslag ligt en ouders kunnen aantonen dat busbegeleiding niet te combineren is met hun werk. - De “Verordening leerlingenvervoer gemeente Lelystad 2013” (bijlage 1) vast te stellen en de “Verordening leerlingenvervoer gemeente Lelystad 2010” in te trekken met ingang van de datum waarop de “Verordening leerlingenvervoer gemeente Lelystad 2013” in werking treedt.
- Kennis te nemen van het bijgaande communicatieplan (bijlage 2) om scholen, ouders en busbegeleiders adequaat te informeren.
In het begrippenkader onder “school” wordt in dit verband tevens verstaan;
- stageplaatsen
- De volgende uitgangspunten voor het beoordelen van aanvragen voor het schooljaar 2013- 2014 en volgende jaren vast te stellen en voor nieuwe aanvragen voor schooljaar 2012-2013 nadat de verordening in werking is getreden:
-
32Vreemd aan de orde van de dag
-
33-