Technische vragen RV verkeersplan
1. Hoe is exact bepaald dat het aanpassen van de rotondes naar voorrangskruispunten zal leiden tot een betere doorstroming van het verkeer? Zijn er vergelijkbare situaties waar deze aanpak effectief is gebleken?
2. Wat zijn de verwachte positieve effecten van het verhogen van de snelheidslimiet op de buitenring naar 70 km/u op de algehele doorstroming van het verkeer in het stationsgebied?
3. Welke specifieke maatregelen worden overwogen om eventuele negatieve effecten op de leefbaarheid en verkeersveiligheid tegen te gaan, als gevolg van de snelheidsverhoging op de buitenring?
4. Welke specifieke indicatoren worden gebruikt in het monitorings- en evaluatieplan om de impact van de snelheidsverhoging te meten, en hoe wordt dit data verzameld?
5. Hoe verhouden de kosten van de voorgestelde infrastructurele aanpassingen zich tot de verwachte verbeteringen in verkeersdoorstroming en veiligheid?
6. Welke verkeersmodellen zijn gebruikt om de impact van de herstructureringen te simuleren en hoe betrouwbaar zijn deze modellen gebleken in andere stedelijke ontwikkelingsprojecten?
7. Hoe wordt er omgegaan met het potentieel toegenomen verkeer op alternatieve routes door de verhoging van de snelheidslimiet? Zijn er plannen om deze wegen te upgraden?
8. Hoe worden de belangen van openbaar vervoer en hulpdiensten gewaarborgd bij de herinrichting van de Ziekenhuisweg, gezien het voorstel om deze weg af te waarderen voor gemotoriseerd verkeer?
9. Op welke manier worden de bewoners van Lelystad betrokken bij de besluitvorming, vooral in de wijken die het meest getroffen zullen worden door de snelheidsverhoging en de herinrichting?
10. Wat zijn de lange termijnplannen voor de gehele hoofdwegenstructuur van Lelystad, na de implementatie van deze voorstellen, en hoe verzekert de gemeente dat deze plannen duurzaam en toekomstbestendig zijn?
Antwoord
1. Uit het dynamische verkeersmodel blijkt dat de aanpassing van rotondes Visarenddreef en Rigastraat naar voorrangskruispunten leidt tot een verbetering van de doorstroming op de Visarenddreef en de Stationslaan. Daarnaast wordt hiermee ingezet op een psychologisch effect dat doorgaand verkeer minder snel geneigd is gebruik te maken van de Middenweg doordat de Middenweg ondergeschikt wordt aangesloten. Dit laatste kan niet met een verkeersmodel worden aangetoond.
2. Er is een samenhang tussen de verkeerscirculatie in het stationsgebied en de verkeersdoorstroming op de hoofdwegenstructuur. Het verhogen van de snelheid op de buitenring biedt verkeer een aantrekkelijker alternatief dan de route door het stationsgebied. Immers, de rijdtijd buitenring wordt door het verhogen van de snelheid beperkt. Door overal op de buitenring 70 km/uur in te stellen ontstaat uniformiteit in het snelheidsregime en duidelijkheid voor de weggebruiker.
3. De impact van het verhogen van de maximumsnelheid op leefbaarheid en verkeersveiligheid is niet in het onderzoek meegenomen. Deze effecten en eventuele benodigde maatregelen dienen in een nader onderzoek inzichtelijk te worden gemaakt. Daarbij is tevens de ontwikkeling van het aandeel elektrisch voertuigen van belang. Mogelijk zal een aantal van de kruispunten op de buitenring met verkeerslichten moeten worden ingericht ten behoeve van de verkeersveiligheid. Daarnaast is het mogelijk dat geluidswerende voorzieningen nodig zijn, zoals geluidswallen of ‘geluid-reducerend-asfalt’
4. Het evaluatieplan /monitoringsplan moet nog worden opgesteld. Hierin zal uiteraard aandacht worden gegeven aan de indicatoren: bijvoorbeeld reistijden, verkeersintensiteiten, wachtrijen, ongevallendata.
5. De herinrichting van Middenweg, Visarenddreef, Stationslaan was al gepland en hiervoor is financiële dekking beschikbaar. De voorgestelde verkeersmaatregelen kunnen hierin worden meegenomen (‘werk-met-werk-maken’). De uitwerking van de Ziekenhuisweg, inclusief de aansluiting op de Middendreef, dient te worden meegenomen in de gebiedsontwikkeling van de Zorgcampus en Zilverpark-West. Een uitvoeringskrediet dient daarna worden aangevraagd. De aanpassing van deze infrastructuur is nodig voor het vergroenen van het gebied en het creëren van een geschikte kavel voor woningbouw (Zilverpark-West). De rotonde Zuigerplasdreef/Ziekenhuisweg dient op termijn altijd te worden uitgebreid om de doorstroming hier op peil te houden. De maatregelen voor de buitenring worden na besluitvorming door de raad uitgewerkt en vervolgens inclusief kostenraming aan de raad voorgelegd.
6. Voor de verkeerssituatie in het jaar 2030 en 2040 is uitgegaan van alle ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen die in STRAVELA (Strategisch Verkeersmodel Lelystad Almere) zijn opgenomen. Dit is ook het verkeersmodel waar de studies rondweg Lelystad-Zuid en Waterfront mee rekenen. Voor het stationsgebied is daarnaast ook gebruik gemaakt van een (meer gedetailleerd) dynamisch verkeersmodel VISSIM met input vanuit STRAVELA. Op basis hiervan zijn meer gedetailleerde uitspraken gedaan over de verkeersafwikkeling op kruispunten in de toekomst en eventuele maatregelen die getroffen dienen te worden. Dit is een gebruikelijke werkwijze voor stedelijke ontwikkelingsprojecten.
7. Zie antwoord 3 en 4
8. Het afsluiten (‘afwaarderen’) van de Ziekenhuisweg voor doorgaand gemotoriseerd verkeer is onderzocht. Hieruit blijkt dat het afwaarderen van de Ziekenhuisweg niet leidt tot verkeersknelpunten elders. Het voorstel gaat er vanuit dat de Ziekenhuisweg alleen beschikbaar blijft voor openbaar vervoer, hulpdiensten en voetgangers en fietsers.
De verbinding tussen de Zuigerplasdreef en de Neringweg niet afgewaardeerd. Dit wegvak blijft dus beschikbaar voor al het verkeer (vergelijkbaar met de huidige situatie). Ook wordt de bereikbaarheid van bijvoorbeeld het Ravelijn 1-11 en het ziekenhuis geborgd. Het afwaarderen van de Ziekenhuisweg heeft nauwe relatie met de ontwikkeling van de Zorgcampus en dient in dit gebiedsplan te worden uitgewerkt.
9. Bij het opstellen van het verkeersonderzoek was een klankbordgroep betrokken met vertegenwoordigers uit het gebied in en rondom het centrum. Bij de uitwerking van de ontwerpen voor het stationsgebied en vervolgonderzoeken voor de buitenring worden belanghebbenden betrokken door bijvoorbeeld participatie-/informatiebijeenkomsten en klankbordgroepen.
10. De lange termijnmaatregelen worden alleen genomen indien de noodzaak uit de monitoring blijkt. Dat is pas na 2030 bekend en is daarom geen onderdeel van dit raadsvoorstel. Eventuele maatregelen zullen dan aan de raad worden voorgelegd.