Onze fractie heeft nog vragen over het volgende in BL1 (pagina 8): “Door vertraging in de voorbereiding en afstemming met bewoners zal in 2025 vooral het werkplan 2024 worden uitgevoerd en het werkplan 2025 worden voorbereid.”
1. We begrijpen hieruit dat de speeltoestellen die gepland waren voor vervanging in 2024, in 2025 vervangen zullen worden. Betekent dit ook dat de speeltoestellen die gepland waren voor vervanging in 2025, niet in 2025 vervangen kunnen worden en dat dit wederom zal opschuiven naar 2026?
2. Zo ja, waarom sluit het een het ander uit? Wat zouden de gevolgen zijn als zowel het werkplan van 2024 als dat van 2025 in 2025 worden uitgevoerd?
Antwoord
Antwoord vraag 1:
Dit klopt.
Door eerder opgetreden stagnatie gaan we er nu vanuit dat de eerder opgelopen achterstand in 2026 volledig is weggewerkt.
Antwoord vraag 2:
Als er meer capaciteit wordt ingezet op spelen zal dit ten koste gaan van terreinafwerking groen in de woongebieden bij GO en bij nieuwe werken in stadsontwikkelingsgebieden.
Als de mogelijkheid er is zal zeker een deel van of het volledige werkplan 2025 na de voorbereiding ook in 2025 worden uitgevoerd. De benodigde financiële middelen, voor de uitvoering, staan nu begroot in 2026 maar die kunnen op basis van een negatieve doorschuif als onderdeel van het resultaat naar voren worden gehaald, met verantwoording in het jaarverslag.
Dit hebben we afgelopen jaren eerder gedaan bij projecten die voorliepen op de planning zoals het versneld vervangen van conventionele lampen door retrofit LED lampen van de openbare verlichting en het groot onderhoud aan de Houtribdreef.