Er wordt gemeld dat 40% van de kinderen maakt gebruik van BSO.
1. is bekend hoeveel % maakt gebruikt van KDV in een dergelijke nieuwbouwwijk met naar verwachting veel jonge gezinnen?
Er staat in het stuk: Het gebouw hoeft niet geschikt te zijn voor speciaal onderwijs. Diverse ruimtes zijn erg kostbaar om geschikt te maken voor speciaal onderwijs en vanuit de vertegenwoordiging van het speciaal onderwijs is aangegeven dat niet wordt verwacht wordt dat er behoefte is om gebruik te maken van de wissellocatie. Dit is afgestemd met de schoolbesturen.
2. In hoeverre wijkt deze keuze af van wat straks wettelijk verplicht wordt qua inclusief onderwijs, zijn we dan niet verplicht ook rekening te houden met ' special needs' bij de bouw van een schoollocatie?
Antwoord
1. Voor nieuwbouwwijken met veel jonge gezinnen mag een relatief hoge vraag naar KDV worden verwacht. Exacte percentages voor nieuwbouwwijken zijn niet beschikbaar, maar landelijke gemiddelden liggen rond 30–40% van kinderen 0–4 jaar. Het is afhankelijk van factoren zoals inkomensniveau, arbeidsparticipatie van ouders en het lokale aanbod van opvangvoorzieningen. Het is dus overeenkomstig met het percentage kinderen dat gebruikt maakt van BSO.
2. Hoewel het ministerie zich als doel heeft gesteld om de inclusief onderwijs in 2035 te hebben gerealiseerd, is er nog onvoldoende vastgelegd over de gevolgen voor de huisvesting. Ook binnen de gemeente Lelystad is nadere specificatie en uitwerking van de
definitie van inclusief onderwijs en de consequenties voor de onderwijshuisvesting nodig. Vanwege de flexibele inrichting van het gebouw, is de verwachting dat deze aangepast kan worden naar toekomstige normen.