Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

Technische vragen

TV 25.287 PVV Corneel

ID
1388
Datum vraag
20-08-2025
Onderwerp
TV 25.287 PVV Corneel
Agendapunt
Commissie Maatschappij 2025 (7.b. 25.287 Voorkeurscenario locatie poppodium)
dinsdag 26 augustus 19:30 tot 22:30
Raadzaal
Raadsleden
  • Ashwin van Stormbroek
  • Branco Buskens
Fractie
  • Fractie PVV
Fractieassistent
Vraag
1. Welke harde berekeningen zijn gemaakt voor het scenario dat de bouw pas in 2028 of later begint en bouwkosten en lonen verder stijgen? Wat is dan het maximale bedrag dat Lelystad kan kwijtraken? 2. Welke contractuele verplichtingen of claims kunnen op tafel komen als de huidige grondeigenaar de samenwerking beëindigt of extra eisen stelt? Graag concreet in euro’s. 3. Welke onafhankelijke testresultaten liggen er zwart-op-wit die aantonen dat de zalen ook bij maximale belasting voldoen aan de geluidsnormen? En hoeveel kost het de gemeente als dit achteraf niet blijkt te kloppen? 4. Als nachtelijk laden en lossen straks tóch niet past binnen de normen, welke alternatieve routes of bouwkundige oplossingen zijn nu al doorgerekend en wat kosten die extra? 5. Wat is het structurele tekort in euro’s bij een bezettingsgraad van 65% in plaats van volle zalen, en hoe wordt dat tekort op dit moment afgedekt? 6. Welke vergunningen lopen het grootste risico op bezwaar en beroep, en hoeveel maanden of jaren vertraging zijn daar maximaal voor ingecalculeerd? 7. Wat zijn de structurele extra lasten per jaar als oefenruimtes en productiefaciliteiten elders gehuurd moeten worden, inclusief logistiek en personeel? 8. Als de geplande vluchtroutes niet worden toegestaan, welke alternatieve ontwerpen zijn er en hoeveel bezoekerscapaciteit gaat er per alternatief verloren? 9. Wat kost deze locatiekeuze concreet voor de gemeentelijke grondexploitatie in het Theaterkwartier, gerekend in renteverlies, gemiste verkoopopbrengsten en extra plankosten? 10. Welke stresstest is gedaan waarin meerdere risico’s tegelijk optreden (bouwvertraging, hogere bouwkosten én lagere exploitatie), en hoeveel miljoenen loopt Lelystad in dat scenario maximaal mis? 11. Wat is de geraamde restwaarde van dit gebouw over 30 jaar, en hoeveel kost het de gemeente dan om het pand af te breken of een nieuwe bestemming te geven als het poppodium niet meer levensvatbaar is? 12. Welke extra kosten dreigen er voor Lelystad als Den Haag of Brussel in 2028–2030 nieuwe eisen oplegt aan energieprestaties of bouwmaterialen, en zijn die al in de raming opgenomen? 13. Wat zijn de jaarlijkse lasten (beveiliging, onderhoud, rente) als het pand deels of geheel leeg komt te staan doordat de exploitatie faalt, en hoeveel jaar kan Lelystad dat financieel dragen? 14. Welke afspraken zijn er gemaakt over wie de schade betaalt bij overschrijding van budget, vertraging of bouwfouten: de gemeente, de bouwer of de exploitant? 15. Welke verkeersmodellen bewijzen dat de bestaande infrastructuur de extra bezoekers aankan, en wat zijn de meerkosten als alsnog extra parkeerplaatsen of verkeersmaatregelen nodig blijken? 16. Welke harde cijfers heeft het college over de gemiddelde bezettingsgraad van Corneel in de afgelopen vijf jaar, en hoe zijn die cijfers meegenomen in de exploitatieberekeningen voor de nieuwbouw? 17. Welke realistische onderbouwing is er dat artiesten en publiek straks juist voor Lelystad kiezen, terwijl Almere, Zwolle en Amsterdam al grotere podia met meer naamsbekendheid en netwerk hebben? En welk scenario is doorgerekend als die concurrentiestrijd simpelweg verloren wordt? 18. Wat zijn de structurele jaarlijkse onderhoudskosten (gebouw, techniek, installaties) die bovenop de exploitatie komen, en hoe verhouden die zich tot de huidige lasten van Corneel? 19. Hoeveel procent van de bezoekers moet volgens de exploitatieprognoses uit Lelystad zelf komen, en hoe realistisch is dat percentage gezien de bevolkingsopbouw en het feit dat Corneel nu al vaak niet vol zit? 20. Hoeveel vierkante meter van de nieuwbouw is daadwerkelijk bedoeld voor publieksfunctie (zaal, horeca, bezoekersvoorzieningen) en hoeveel wordt ingevuld met kantoor- en bestuursruimte, en hoe verhoudt dat zich tot de huidige verhouding bij Corneel?
Antwoord
1. Welke harde berekeningen zijn gemaakt voor het scenario dat de bouw pas in 2028 of later begint en bouwkosten en lonen verder stijgen? Wat is dan het maximale bedrag dat Lelystad kan kwijtraken? Antwoord: De besluitvorming van de raad is voor het dan geldende prijspeil. Het college streeft ernaar zo spoedig mogelijk de opdracht aan te besteden, dit is prijs vast tot einde werk met betrekking tot loonstijgingen. Het college kan echter geen toekomstige indexatie incalculeren. Eventuele indexatie zullen verlopen via de daarvoor geldende processen en besluitvorming. 2. Welke contractuele verplichtingen of claims kunnen op tafel komen als de huidige grondeigenaar de samenwerking beëindigt of extra eisen stelt? Graag concreet in euro’s. Antwoord: Het college kiest voor het scenario waarbij de gemeente zelf gaat ontwikkelingen. Vanuit een juridische risicoanalyse is dit de beste methode gebleken. De huidige grondeigenaar zal dan ook afgekocht worden. Waarna er vanuit de grondeigenaar dus ook geen risico’s in samenwerking zijn of claims. Als er niet gekomen wordt tot een deal met de grondeigenaar zal dit scenario ook niet doorgaan. 3. Welke onafhankelijke testresultaten liggen er zwart-op-wit die aantonen dat de zalen ook bij maximale belasting voldoen aan de geluidsnormen? En hoeveel kost het de gemeente als dit achteraf niet blijkt te kloppen? Antwoord: Dit is niet aanwezig. Er is geen gebouw, er kunnen dan ook geen tests uitgevoerd worden. Het project zal nog uitgewerkt moeten worden na het beschikbaar stellen van de noodzakelijke budgetten door de gemeenteraad. Dat het voldoet aan de hiervoor geldende eisen en normen maakt een onderdeel uit van de ontwerpopdracht. 4. Als nachtelijk laden en lossen straks tóch niet past binnen de normen, welke alternatieve routes of bouwkundige oplossingen zijn nu al doorgerekend en wat kosten die extra? Antwoord: Het uitgangspunt is dat er inpandig laden en lossen plaats vindt. Dit is één van de redenen voor deze locatie, het theater beschikt reeds over een inpandige laad en los faciliteit. 5. Wat is het structurele tekort in euro’s bij een bezettingsgraad van 65% in plaats van volle zalen, en hoe wordt dat tekort op dit moment afgedekt? Antwoord: De exploitatieverwachting van het poppodium wordt gebaseerd op de kengetallen op basis van de gegevens van de landelijke brancheorganisatie van poppodia en festivals. Bij kleine podia dekt de kaartverkoop 84% van de programmakosten, bij middelgrote podia is dit 97%, alleen grote podia verdienen met 111% aan de programmering. Het tekort in de exploitatie van de Nederlandse poppodia wordt gedekt door subsidies. In 2024 kwam 93% van alle subsidies die de poppodia ontvingen van gemeenten. Subsidies dragen gemiddeld 23% bij aan de totale inkomsten van de poppodia. Het subsidieaandeel is daarbij direct afhankelijk van de omvang van het podium. Bij kleine podia vormt de subsidie meestal een groter deel van hun totale inkomsten. Bij middelgrote podia is dit 30% en bij kleinere podia al gauw 47%. Grotere podia zijn met 19% minder afhankelijk van subsidie. 6. Welke vergunningen lopen het grootste risico op bezwaar en beroep, en hoeveel maanden of jaren vertraging zijn daar maximaal voor ingecalculeerd? Antwoord: Voor het huidige bouwplan is er reeds een vergunning aanwezig. Het college stelt als doel om binnen de kaders van dit plan te ontwikkelen om de risico’s op stagnatie te beheersen. 7. Wat zijn de structurele extra lasten per jaar als oefenruimtes en productiefaciliteiten elders gehuurd moeten worden, inclusief logistiek en personeel? Antwoord: Deze kosten zullen hoger zijn doordat andere partijen andere uitgangspunten hebben met betrekking tot rentelasten, afschrijving en winst. Daarnaast heb je dubbele organisatiekosten. Hier is geen exact bedrag aan te koppelen. 8. Als de geplande vluchtroutes niet worden toegestaan, welke alternatieve ontwerpen zijn er en hoeveel bezoekerscapaciteit gaat er per alternatief verloren? Antwoord: Er zijn nog geen geplande vluchtroutes, dit maakt onderdeel uit van de ontwerpopdracht die na goedkeuring van de raad in de markt wordt gezet. 9. Wat kost deze locatiekeuze concreet voor de gemeentelijke grondexploitatie in het Theaterkwartier, gerekend in renteverlies, gemiste verkoopopbrengsten en extra plankosten? Antwoord: De grondopbrengst is reeds in de grondexploitatie Theaterkwartier ontvangen bij de initiële grondlevering aan de huidige grondeigenaar begin 2025. Renteverlies en extra plankosten zijn niet aan de orde. Voor de grondexploitatie zijn er derhalve dan ook geen negatieve gevolgen.De kosten om als gemeente eigenaar te worden van het plot zullen worden meegenomen in de budgetraming voor het poppodium. 10. Welke stresstest is gedaan waarin meerdere risico’s tegelijk optreden (bouwvertraging, hogere bouwkosten én lagere exploitatie), en hoeveel miljoenen loopt Lelystad in dat scenario maximaal mis? Antwoord: Er is geen stresstest gedaan omdat dit niet in te calculeren valt. 11. Wat is de geraamde restwaarde van dit gebouw over 30 jaar, en hoeveel kost het de gemeente dan om het pand af te breken of een nieuwe bestemming te geven als het poppodium niet meer levensvatbaar is? Antwoord: De investering wordt over 60 jaar lineair afgeschreven. De restwaarde over 30 jaar zal dan ook de helft van investeringsbedrag zijn. Hoeveel het de gemeente over 30 jaar kost om te slopen of her te bestemmen is niet te zeggen. Overigens is dit bij geen enkel gebouw, anders dan een tijdelijke voorziening, uitgangspunt van handelen en financieren. Ten slotte zo’n podium multifunctioneel gebruikt, zeker nu het gekoppeld wordt aan het Agora theater.. 12. Welke extra kosten dreigen er voor Lelystad als Den Haag of Brussel in 2028–2030 nieuwe eisen oplegt aan energieprestaties of bouwmaterialen, en zijn die al in de raming opgenomen? Antwoord: De gemeente Lelystad bouwt heeft energieneutraal bouwen als uitgangspunt. Het risico hierop schat het college dus minimaal in. 13. Wat zijn de jaarlijkse lasten (beveiliging, onderhoud, rente) als het pand deels of geheel leeg komt te staan doordat de exploitatie faalt, en hoeveel jaar kan Lelystad dat financieel dragen? Antwoord: Zie hiervoor het integrale voorstel van in de programmabegroting. 14. Welke afspraken zijn er gemaakt over wie de schade betaalt bij overschrijding van budget, vertraging of bouwfouten: de gemeente, de bouwer of de exploitant? Antwoord: Hier is op voorhand geen uitspraak over te doen omdat een oorzaak niet bekend is. 15. Welke verkeersmodellen bewijzen dat de bestaande infrastructuur de extra bezoekers aankan, en wat zijn de meerkosten als alsnog extra parkeerplaatsen of verkeersmaatregelen nodig blijken? Antwoord: Binnen de bestaande parkeergarages en parkeerruimten in de omgeving is voldoende parkeergelegenheid voor bezoeker parkeren. 16. Welke harde cijfers heeft het college over de gemiddelde bezettingsgraad van Corneel in de afgelopen vijf jaar, en hoe zijn die cijfers meegenomen in de exploitatieberekeningen voor de nieuwbouw? Antwoord: Corneel trekt nu gemiddeld zo’n 15.000 bezoeken per seizoen (in en direct na de Coronaperiode lag dit uiteraard aanzienlijk lager) Een nieuw, poppodium, met een grotere publiekscapaciteit dan de 400 nu en een brede(re) programmering met ook grotere acts voor een breed en groter publiek, heeft een grotere aantrekkingskracht op het potentiële poppubliek binnen en buiten de stad. Met een regionaal werkgebied met 220.000 inwoners en een aantrekkelijker programma zal een stijging van het aantal bezoeken naar circa 25.000 binnen het bereik moeten liggen. 17. Welke realistische onderbouwing is er dat artiesten en publiek straks juist voor Lelystad kiezen, terwijl Almere, Zwolle en Amsterdam al grotere podia met meer naamsbekendheid en netwerk hebben? En welk scenario is doorgerekend als die concurrentiestrijd simpelweg verloren wordt? Almere heeft nu met De Meester alleen een klein poppodium. Vanwege de nabijheid van Amsterdam en Utrecht zullen acts minder snel in Almere optreden. Lelystad ligt inclusief het regionale werkgebied wat dat betreft gunstiger, met name voor acts die in middelgrote zalen spelen en de zalen in Amsterdam en Zwolle weer te groot zijn. 18. Wat zijn de structurele jaarlijkse onderhoudskosten (gebouw, techniek, installaties) die boven op de exploitatie komen, en hoe verhouden die zich tot de huidige lasten van Corneel? Antwoord: Zie hiervoor het integrale voorstel van in de programmabegroting. 19. Hoeveel procent van de bezoekers moet volgens de exploitatieprognoses uit Lelystad zelf komen, en hoe realistisch is dat percentage gezien de bevolkingsopbouw en het feit dat Corneel nu al vaak niet vol zit? Antwoord: Binnen het regionale werkgebied zijn de primaire doelgroepen vanaf circa 15 jaar met de focus op potentiële bezoekers vanaf 20 jaar.: - het brede publiek in Lelystad –( 85. 000 inwoners); - het brede publiek in de gemeenten Dronten en Zeewolde ( totaal 70.000 inwoners); - het brede publiek van Almere-buiten (65.000); - Bovenregionale bezoekers die specifieke concerten bezoeken; 20. Hoeveel vierkante meter van de nieuwbouw is daadwerkelijk bedoeld voor publieksfunctie (zaal, horeca, bezoekersvoorzieningen) en hoeveel wordt ingevuld met kantoor- en bestuursruimte, en hoe verhoudt dat zich tot de huidige verhouding bij Corneel? Antwoord: De verwachting is dat het voornamelijk publieksruimtes zullen zijn. Dit omdat het uitgangspunt is dat er een synergie ontstaat met het Agora Theater waardoor ruimtes ten behoeve van de bedrijfsvoering met het Theater gedeeld worden.
Toelichting
Datum antwoord
25-08-2025