Op 6 februari jl. verscheen de ledenbrief van VNG met daarin een verwoording vd uitkomsten van het onderzoek door de commissie van Ark.
Dit betekent potentieel een financieel voordeel voor de gemeenten in Nederland. De fractie vd ChristenUnie wil graag weten welke gevolgen de uitspraak heeft voor beleid en financiën in Lelystad.
De verbreding naar thema’s bestaanszekerheid, wonen, onderwijs en volwassenenzorg, welk effect heeft dit op het huidige beleid en waar moeten aangescherpte keuzes gemaakt worden?
Wanneer verwacht het college hier met informatie en een raadsvoorstel naar de raad te komen?
Wat betekent de uitspraak van de commissie van Ark concreet financieel met terugwerkende kracht voor 2023 en 2024?
Welke financiële tegemoetkoming ontvangt de gemeente Lelystad per jaarschijf extra voor dit onderdeel als gevolg van de uitspraak commissie van Ark?
Wat betekent dit per jaarschijf qua totaalbedrag wat ontvangen wordt vanuit het gemeentefonds voor het onderdeel jeugd?
Welke totaalbijdrage uit het gemeentefonds kan de gemeente per jaarschijf ontvangen de komende jaren?
NB: als we spreken over jaarschijven dan graag een overzicht qua verwachtingspatroon voor jaarschijven 2025,2026,2027,2028 en waar mogelijk verder.
Antwoord
. Op 6 februari jl. verscheen de ledenbrief van VNG met daarin een verwoording vd uitkomsten van het onderzoek door de commissie van Ark.
Dit betekent potentieel een financieel voordeel voor de gemeenten in Nederland. De fractie vd ChristenUnie wil graag weten welke gevolgen de uitspraak heeft voor beleid en financiën in Lelystad.
Antwoord 1.
Potentieel financiële tegemoetkoming voor jeugdhulp voor gemeenten is ook voor Lelystad welkom, omdat we nu al meer uitgeven dan dat wij van het Rijk hiervoor ontvangen. Echter het rapport van de commissie van Ark heeft vooralsnog geen gevolgen voor beleid en financiën in Lelystad. We gaan door met het uitvoeren van het Knoppenplan Jeugdzorg op basis van het uitvoeringsprogramma Samen voor de Jeugd Lelystad 2025-2028 in samenhang met de verschillende onderdelen uit de Hervormingsagenda. Niet alleen geredeneerd vanuit de opgelegde taakstelling, maar vooral omdat dit op termijn beter zal zijn voor de jeugdigen in Lelystad.
Daarnaast is het nog onbekend hoe het kabinet het adviesrapport gaat wegen. Bovendien zijn de onderdelen uit het adviesrapport op verschillende manieren te interpreteren. Pas na verschijnen van de Voorjaarsnota 2025 zal er meer duidelijk zijn over het al dan niet toekennen van aanvullend budget naar aanleiding van dit adviesrapport. Vervolgens zal bij de meicirculaire 2025 nog uitsluitsel moeten volgen over de verdeling van deze middelen. Ook zijn er nog onderwerpen die een nadere uitwerking vragen door de vijfhoekspartners van de Hervormingsagenda Jeugd. Deze uitwerking kan mogelijk effect hebben op definitief financieel uitsluitsel op onderdelen. Tot slot zal het beeld op langere termijn nog wijzigen wanneer er een nieuw financieringsmodel zal worden ingevoerd.
Vanwege deze onduidelijkheid hebben wij de financiële gevolgen van de adviezen van de commissie van Ark nog niet verwerkt.
2. De verbreding naar thema’s bestaanszekerheid, wonen, onderwijs en volwassenenzorg, welk effect heeft dit op het huidige beleid en waar moeten aangescherpte keuzes gemaakt worden?
Antwoord 2.
Integraal werken is reeds een ambitie vanuit het raadsakkoord en de Maatschappelijke Agenda. In het Knoppenplan Jeugdzorg en de daarbij horende uitvoeringsprogramma is dit verder uitgewerkt in o.a. de knop 2. Samen met de stad en de Maatschappelijke Agenda, knop 4. 1 gezin, 1 plan en 1 contactpersoon en knop 7. Samen met het onderwijs werken aan minder jeugdhulp.
3. Wanneer verwacht het college hier met informatie en een raadsvoorstel naar de raad te komen?
Antwoord 3
In de Kadernota 2026-2029 geven wij een eerste financiële doorwerking van de adviezen van de commissie van Ark. Op het moment dat er meer duidelijkheid is vanuit de Meicirculaire 2025 gaan we opnieuw kijken naar eventuele gevolgen voor de ingezette koers, zowel inhoudelijk als financieel en dit te betrekken bij het opstellen van de ontwerp programmabegroting 2026 - 2029.
4. Wat betekent de uitspraak van de commissie van Ark concreet financieel met terugwerkende kracht voor 2023 en 2024?
Antwoord 4
Voor de jaren 2023 en 2024 adviseert de commissie dat het rijk en gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de tekorten van € 628 en € 828 miljoen en doet zij de aanbeveling dat partijen deze tekorten 50/50 verdelen. De helft hiervan is € 728 miljoen en dit zou – indien het kabinet dit advies overneemt - voor Lelystad resulteren in compensatie van afgerond € 3,5 miljoen in 2025.
5. Welke financiële tegemoetkoming ontvangt de gemeente Lelystad per jaarschijf extra voor dit onderdeel als gevolg van de uitspraak commissie van Ark?
Wat betekent dit per jaarschijf qua totaalbedrag wat ontvangen wordt vanuit het gemeentefonds voor het onderdeel jeugd?
Welke totaalbijdrage uit het gemeentefonds kan de gemeente per jaarschijf ontvangen de komende jaren?
NB: als we spreken over jaarschijven dan graag een overzicht qua verwachtingspatroon voor jaarschijven 2025, 2026, 2027, 2028 en waar mogelijk verder.
Antwoord 5
Wat de VNG betreft moet het Rijk € 743 miljoen toevoegen aan het gemeentefonds in 2025, oplopend tot € 3,68 miljard in 2029. Deze lijn betekent impliciet dat de eerder ingeboekte bedragen binnen de Hervormingsagenda voorlopig op 0 komen te staan en dat er pas extra besparingen worden ingeboekt op het moment dat deze op een realistische wijze kunnen worden vastgesteld en ook de haalbaarheid ervan is gewogen.
Het gaat in deze weergave van de VNG om forse bedragen. Wat deze bedragen voor Lelystad betekenen is ook niet eenvoudig te berekenen, omdat ook de bedragen die door de VNG genoemd worden aan interpretatie onderhevig zijn. Zo is het bijvoorbeeld de vraag of de hogere index voor prijs- en volumeontwikkelingen nog gecorrigeerd moet worden voor de loon- en prijsindex die reeds is toegevoegd aan het gemeentefonds (op basis van de bbp systematiek, die ongeveer de helft lager ligt).
Omgerekend naar de Lelystadse situatie gaat het in 2026 al snel om € 10 miljoen per jaar structureel (en dan vervolgens oplopend met 4,7% volumegroei per jaar, exclusief prijsindexatie). Deze opstelling is op onderdelen wel arbitrair en geeft echt een versimpelde weergave van dit complexe dossier. Verder verwijzen we u naar de kadernota 2026 – 2029, waarin hier dieper op ingegaan zal worden.