Geacht college,
Lelystad is een gemeente waarbinnen en -omheen vele bewegingen -gelukkig- ongemotoriseerd plaatsvinden. Helaas verschilt de wijze waarop de gemeente zich als wegbeheerder bij ongemotoriseerd verkeerd gedraagt soms met die waarop gemotoriseerd verkeer wordt behandeld.
In het raadsakkoord is duidelijk de wens uitgesproken om in 2026 tot de beste fietssteden van Nederland te horen. Daar wordt onder andere gesproken over een algemene kwaliteitsverbetering van fietspaden inclusief de bewegwijzering. Hoewel wij begrijpen dat het behalen van die ambities tijd nodig heeft willen we toch de aandacht vragen voor enkele ongewenste situaties voor fietsers.
Over die situaties hebben wij de volgende vragen.
1. In het verleden zijn er verschillende situaties voorgekomen waarbij bebording of omleidingen voor langzaamverkeer niet kloppend bleken of zelfs ontbraken. Op welke termijn mag het langzaamverkeer verwachten dat het bij infrastructurele werkzaamheden eenzelfde positie toebedeeld krijgt als het gemotoriseerd verkeer? En wat gaat het college doen om tot deze situatie te komen?
2. Wordt de fietsersbond (of vergelijkbare instantie) standaard betrokken bij (langdurige) omleidingen en andere ontwikkelingen met veel impact? Zo nee, staat het college ervoor open om deze kennis vaker proactief op te zoeken?
Enige maanden geleden is ten behoeve van het nieuwe busstation aangevangen met de sloop van het gebouw waarin voorheen Faco, Mystic en Magic Apple gevestigd waren. Volgens de bebording die het langzaamverkeer hiervoor waarschuwt (zie afbeelding 1) zou het voet-/fietspad per 11 juli weer begaanbaar dienen te zijn. De foto is evenwel op 24 augustus (!) gemaakt.
3. Waarom is er een wekenlange vertraging in de planning opgetreden en waarom is dit niet kenbaar gemaakt dmv de bebording?;
4. Op welke wijze gaat u een dergelijke miscommunicatie in de toekomst voorkomen?;
Ter plaatse van de oversteek van het pad voor het langzaamverkeer tussen ‘t Laer en het Woldpark is een aanvang gemaakt met de uitvoering van werkzaamheden (zie afbeelding 2)
5. Mag het langzaamverkeer ervan uitgaan dat de op het bord beschreven planning (t/m 21-10) reëel is en -in het geval de werkzaamheden mochten uitlopen- de bebording hierop aangepast wordt;
In de Archipel, op het fietspad naar de Atolwijk, is recentelijk de bovenlaag vervangen. Door gebruik te maken van losliggend grind is er een gevaarlijke situatie ontstaan en er zijn dan ook meerdere valpartijen geweest.
6. Ondanks een waarschuwingsbord zijn er toch veel mensen verrast, onder andere door de brug die in de route zit waardoor het vervolg van het fietspad lastig te zien is. Wat ziet het college voor verbeterpunten voor toekomstige vergelijkbare situaties?
Antwoord
Antwoord vraag 1
Uitgangspunt bij nieuwe projecten is dat gewerkt wordt op basis van een BLVC. Een BLVC bevat afspraken op het gebied van Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie met aannemers die werkzaamheden in de openbare buitenruimte uitvoeren. De standaarden uit het BLVC plan worden opgenomen in de contracten en een aangewezen BLVC-coördinator stemt de werkzaamheden tussen de verschillende projecten en de aannemers af, ook heeft deze een controlerende taak tijdens de uitvoering. In een BLVC plan wordt met alle weggebruikers rekening gehouden, maar in het bijzonder met langzaam verkeer zoals fietsers en voetgangers.
Antwoord vraag 2
Op dit moment vindt regelmatig met vertegenwoordigers van de fietsersbond afstemming plaats. De hierboven genoemde BLVC coördinator betrekt waar nodig voor advies en afstemming externe partijen. Pro actieve afstemming met de fietsersbond voor uitvoering van werkzaamheden is hier zeker een onderdeel van.
Antwoord vraag 3
De sloop heeft langer geduurd omdat de betonvloer van het betreffende gebouw veel dikker bleek te zijn dan vooraf was aangenomen. In de planning was de aannemer voor de bouwvak klaar, helaas is dit niet gelukt en is het werk door de tussenliggende bouwvak verder vertraagd. Deze vertraging had kenbaar gemaakt moeten worden op de borden. De afstemming tussen de aannemer en de interne organisatie is, door dossieroverdracht in de vakantieperiode, niet goed verlopen.
Antwoord vraag 4
De coördinator BLVC plannen zal een belangrijke rol spelen in het voorkomen van dergelijke miscommunicatie. Hij houdt een integrale planning bij van alle projecten in uitvoering. Voorafgaande aan de uitvoering stemt hij af met nood- en hulpdiensten, controleert op bereikbaarheid en vraagt waar nodig advies aan externe partners zoals de fietsersbond. Daarbij controleert hij of planningen gehaald worden en/of moet worden aangepast. Ook laat hij ter plaatse controleren of de aannemers de afspraken in het BLVC-plan conform afspraak uitvoeren.
Antwoord vraag 5
De Planning beschreven op het bord voor langzaamverkeer tussen ’t Laer en woldpark wordt gehaald. Bij vervanging van een bovenlaag moet het opgebrachte grind worden ingereden. Weggebruikers dienen daarop hun snelheid en weggedrag aan te passen. Er wordt op locatie gecontroleerd of de bovenlaag is ingereden of dat er waarschuwingsborden nodig zijn.
Antwoord vraag 6
Vanuit verkeerskundig optiek wordt een tracé ontworpen die voldoet aan de verkeerskundige uitgangspunten. In de praktijk moet eveneens rekening worden gehouden met de situatie ter plekke. In sommige gevallen dienen er daarom suboptimale ‘maatwerk’ oplossingen getroffen worden.