Is het college voornemens zienswijzen in te dienen op de brief van het VNG t.a.v. de nieuwe cao?
Vind het college ook niet dat er een pas op de plaats moet worden gemaakt in verhoging van welke aard dan ook, in deze tijden van de broekriem aanhalen voor iedereen, dus ook voor de ambtenaren?
Antwoord
1 Is het college voornemens zienswijzen in te dienen op de brief van het VNG t.a.v. de nieuwe cao?
De VNG voert namens alle gemeenten Cao-onderhandelingen met de vakbonden over de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van gemeenteambtenaren. De huidige Cao Gemeenten loopt t/m 31-03-2025. De VNG vraagt of de leden het eens zijn met de voorgestelde uitgangspunten in de concept arbeidsvoorwaardennota voor de komende onderhandelingen met de vakbonden. De inzet voor de cao onderhandelingen bevat plussen en minnen.
Gemeenten hebben één stem en brengen deze stem uit namens het college voor de ambtelijke organisatie en de raad (werkgeverscommissie) voor het griffiepersoneel.
De gemeenten hadden tot uiterlijk 22-10-2024 om 12:00 uur de gelegenheid de keuze door te geven: met het geheel aan voorstellen instemmen of met het geheel aan voorstellen niet instemmen. Per onderdeel konden gemeente een aanvullende zienswijze geven in een digitaal reactieformulier (max 200 woorden).
Het college heeft ingestemd met het geheel aan voorstellen en heeft daarbij tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt haar zienswijze op een aantal punten aan de VNG mee te gegeven. Om de zienswijzen in de context van de concept arbeidsvoorwaardennota te plaatsen, volgt per zienswijze eerst een korte uitleg, waarna we de aan de VNG doorgegeven zienswijze vermelden.
1. Periodieken toevoegen aan de salarisschalen 13 t/m 18
De VNG stelt voor aan de salarisschaal 13 t/m 18 geleidelijk één tot maximaal drie periodieken toe te voegen aan het einde van de salarisschalen (bijvoorbeeld schaal 13 één periodiek toevoegen, schalen 14 en 15 twee periodieken toevoegen en schalen 16 t/m 18 drie periodieken toevoegen). Daarmee wordt de loonlijn steiler en wordt de arbeidsmarktproblematiek in de hogere salarisschalen geadresseerd zowel wat betreft nieuwe instroom van medewerkers als personeelsbehoud.
De VNG geeft aan dat gemeenten voor een inschatting van de kosten rekening kunnen houden met een percentage van 2,7% per periodiek.
De VNG komt tot dit voorstel na uitkomst van onderzoek van de Algemene Werkgeversvereniging Nederland (AWVN). Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de VNG. Hieruit blijkt dat de sector ten opzichte van de markt t/m schaal 12 redelijk loopt ten opzichte van de BV Nederland, maar vanaf schaal 13 wegzakt. Ook ten opzichte van de publieke sectoren komt uit het onderzoek dat het gemeentelijk loongebouw vanaf schaal 13 niet concurrerend is. De eindbedragen van deze salarisschalen van de andere publieke sectoren (Rijk, Waterschappen en Provincies) zijn allemaal hoger.
Achtergrond van het voorstel is ook dat in voorgaande cao’s eerder de bodem van 14 euro per uur is ingevoerd en later de nominale loonstijging van 240 euro. Daarmee zijn de lagere en midden schalen relatief veel gestegen. De loonlijn is daarmee vlakker geworden.
De VNG heeft in de concept arbeidsvoorwaardennota echter niet vermeld dat hoe dit voorstel tot stand is gekomen en verder ook geen percentages of bedragen genoemd. Deze informatie was echter wel beschikbaar via het werkgeversforum van de VNG. Dit wil de gemeente Lelystad in het vervolg anders zien, zodat een gemeente zich ook op basis van een concept arbeidsvoorwaardennota een beeld kan vormen, en niet alleen via informatie van de VNG verkregen op een forum waar niet iedereen toegang toe heeft.
Om die reden heeft het college de volgende zienswijze ingediend:
Het voorstel aan de schalen 13 t/m 18 periodieken toe te voegen wordt niet nader gespecificeerd. Hierdoor is niet duidelijk waar we precies ja (of nee) tegen zeggen, behalve dat dit een aanzienlijke structurele kostenpost betekent.
2. Verhoging toelage beschikbaarheidsdienst
Om de uitvoerbaarheid en het draagvlak voor een beschikbaarheidsdienst te verbeteren stelt de VNG voor om de hoogte van de toelage voor alle medewerkers te koppelen aan het maximum uursalaris van schaal 8, in plaats van de eigen schaal met een maximum van schaal 7. Dit is een verbetering voor iedereen in schaal 7 en lager. Onze organisatie kent al sinds 01-01-2024 een dergelijke bepaling, waarbij dit tevens van toepassing is verklaard voor werknemers die recht hebben op de toelage onregelmatige dienst.
Om die reden heeft het college de volgende zienswijze ingediend:
Wij geven ter overweging mee om de verhoging van de toelage voor de beschikbaarheidsdienst tevens in te voeren voor de toelage onregelmatige dienst, met dezelfde motivatie.
3. De uitzondering voor medewerkers met een deeltijddienstverband moet worden geschrapt m.b.t. 14,4 uur extra bovenwettelijk verlof
Artikel 6.3 cao luidt::
1. De werknemer krijgt 14,4 uur bovenwettelijke vakantie als hij:
a. regelmatig en overwegend op onregelmatige uren werkt in artikel 3.11; of
b. regelmatig en in belangrijke mate beschikbaar moet zijn in artikel 3.13.
2. De 14,4 uur geldt ook voor werknemers met een deeltijddienstverband.
De VNG stelt nu voor dat de uitzondering voor medewerkers met een deeltijddienstverband in artikel 6.3 lid 2 moet worden geschrapt.
Om die reden heeft het college de volgende zienswijze ingediend:
Met betrekking tot artikel 6.3 hebben wij behoefte aan duidelijke kaders in de cao.
Onduidelijke formulering van het voorstel dat uitzondering voor medewerkers met een deeltijddienstverband in artikel 6.3 lid 2 moet worden geschrapt. Als het schrappen van 6.3 lid 2 inhoudt dat parttime werknemers naar rato de 14,4 uur toegekend krijgen wat is dan het moment waarop de deeltijd factor leidend is?
We zien graag in de cao wat als norm geldt voor de begrippen “regelmatig” en “overwegend”, zodat ook op dit punt harmonisatie wordt bereikt.
2 Vind het college ook niet dat er een pas op de plaats moet worden gemaakt in verhoging van welke aard dan ook, in deze tijden van de broekriem aanhalen voor iedereen, dus ook voor de ambtenaren?
De gemeente Lelystad staat, net als veel andere gemeenten, voor grote maatschappelijke en lokale opgaven. Om hier op een goede en zorgvuldige manier vorm aan te geven is het college van oordeel dat het hebben van kwalitatief én kwantitatief voldoende personeel een voorwaarde is.
Gemeenten plaatsten de eerste helft van 2024 een historisch hoog aantal vacatures. Ook in de rest van de publieke sector groeit het aantal vacatures (bron: Binnenlands Bestuur oktober 2024). Vanwege een grote vraag naar goed personeel, zeker in combinatie met een voortdurende arbeidsmarktkrapte, zijn concurrerende arbeidsvoorwaarden een belangrijk instrument om de juiste mensen in dienst te krijgen en te behouden.
Het college onderschrijft de mening van de VNG dat het belangrijk is de gemeentelijke sector als werkgever aantrekkelijk te houden. Concurrerende arbeidsvoorwaarden passen daarbij.
Toelichting
De laatste jaren zijn er al diverse stevige verhogingen geweest t.o.v. andere commerciële instellingen en bedrijven.
Als gemeente moeten wij vanuit Den haag al stevig op onze centen passen en de inwoners daar in meenemen.
Zou het juist niet een voorbeeld zijn naar onze maatschappij als in deze wij hier een voorbeeld innemen.
Het is niet ons idee want we weten dat er goede prestaties worden geleverd. Maar rijks collega's in Den Haag stellen deze bezuinigingen wel voor, en daarom moeten wij deze impopulaire maatregel wel als vraag stellen.