1. Wat is volgens het college de beste manier om de energie- en warmtetransitie voor ondernemers in alle delen van de stad op een samenhangende manier te realiseren, en wat is de achterliggende visie?
2. Hoe zorgt de gemeente ervoor dat alle ondernemers in Lelystad kunnen profiteren van kansen in de energie- en warmtetransitie?
3. Hoe beoordeelt het college de oprichting van de coöperatie “Energie, klimaat en circulair” door de BKL?
4. Welke rol voorziet het college voor de BKL-coöperatie bij de vorming van energiehubs voor industriegebieden elders in de stad (naast Oostervaart)?
5. Waarom kiest het college ervoor om voor Noordersluis een separate corporatie op te richten in plaats van aan te sluiten bij de al bestaande BKL-coöperatie? Is samenwerking met de BKL-coöperatie überhaupt overwogen en waarom wel/niet?
6. Welke initiatieven en onderzoeken lopen al voor de andere industriegebieden in Lelystad (LAB, Zuiderpoort, enz.)?
7. Hoe worden ondernemers in het buitengebied van Lelystad betrokken in de transitie, en welk aanbod wil de gemeente hen gaan doen?
Antwoord
1. Wat is volgens het college de beste manier om de energie- en warmtetransitie voor ondernemers in alle delen van de stad op een samenhangende manier te realiseren, en wat is de achterliggende visie?
De gemeenteraad heeft in haar besluit van 18 mei 2021 (raadsbesluit Kadernota Op weg naar nieuwe energie) besloten dat er een separate aanpak komt voor bedrijventerreinen, hierbij worden de bedrijven betrokken.
Het college heeft hieraan uitvoering gegeven met het vaststellen van het Plan van aanpak Bedrijventerreinen Energietransitie Warmte (collegebesluit 24 november 2021).
Het plan van aanpak bevat 3 onderdelen:
a. Maatwerkaanpak voor de grote verbruikers op bedrijventerreinen (procesindustrie);
b. Periodieke gezamenlijke aanpak voor collectieve inkoop voor de overige bedrijven; per bedrijventerrein dan wel bedrijventerrein overstijgend;
c. Voor de bedrijventerreinen het jaar 2040 als richting aan te geven om bedrijven eigenstandig over te laten stappen naar een aardgasvrije energievoorziening.
2. Hoe zorgt de gemeente ervoor dat alle ondernemers in Lelystad kunnen profiteren van kansen in de energie- en warmtetransitie?
Hierin maken we onderscheid in het besparen van energie voor de individuele ondernemers, en het uitvoeren van werkzaamheden die de energie- en warmtetransitie met zich meebrengen.
Voor het besparen van energie zijn we bezig met een grootschalige actie om alle ondernemers in Lelystad te activeren om hun energiegebruik door te geven en aan te bieden om energie te gaan besparen. Voor een aantal ondernemer ligt hier ook een wettelijke verplichting om energiebesparende maatregelen te nemen. Al deze (verplichte) maatregelen hebben een terugverdientijd die korter is dan de technische levensduur van de maatregel waardoor de ondernemers, op termijn, profiteren van de besparing op de, stijgende lasten, van energie.
Daarnaast werkt de gemeente in haar inkoopbeleid met voorkeur samen met lokale aanbieders.
Het gemeentelijke energieloket heeft hiervoor een platform waarvoor ondernemers zich kunnen aanmelden. Vakspecialisten | Regionaal Energieloket. Wij zullen deze mogelijkheid via de bedrijfskring en onze contactpersonen van economische zaken bij onze ondernemers nog verder onder de aandacht brengen. Voor de collectieve inkoopacties die vanuit de gemeente worden opgestart wordt ook met voorkeur aan lokale partijen gevraagd een aanbod te doen.
Naast de economische kansen, blijft de netcongestie een bepalende factor bij grote stappen richting energieproductie en -transitie naar alternatieven voor gas. Als college werken we samen met de netbeheerders om de netcongestie te verminderen, door ruimte vrij te maken door grote verbruikers direct aan te sluiten op windparken, bedrijfsprocessen die veel energie gebruiken, waar mogelijk, op elkaar af te stemmen zodat de piekbelasting op het elektranetwerk te verminderen en ruimte vrij te spelen voor de andere gebruikers van het netwerk.
Over deze onderwerpen wordt u periodiek geïnformeerd met de stand van zaken informatiebrieven over de warmtetransitie.
3. Hoe beoordeelt het college de oprichting van de coöperatie “Energie, klimaat en circulair” door de BKL (Bedrijfskring Lelystad (BKL) richt eigen energie coöperatie op - BKL)?
Positief. Het is goed om te ervaren dat de samenwerking op het thema energie leeft onder een groeiend aantal personen en bedrijven. Het gezamenlijk werken binnen een coöperatie heeft daarin voordelen om ook als entiteit projecten te kunnen ontwikkelen.
4. Welke rol voorziet het college voor de BKL-coöperatie bij de vorming van energiehubs voor industriegebieden elders in de stad (naast Oostervaart)?
We zijn benieuwd naar de resultaten van de samenwerking en hebben elk kwartaal overleg met de BKL en andere partijen op de bedrijventerreinen om afstemming te hebben over de verschillende projecten die rondom energie en warmte op de bedrijventerreinen lopen. Hiermee voorkomen we dat ondernemers door verschillende partijen over vergelijkbare onderwerpen benaderd worden. Als college willen we graag onze samenwerking met bijvoorbeeld de netbeheerders inzetten om projecten tot een succes te brengen.
5. Waarom kiest het college ervoor om voor Noordersluis een separate corporatie op te richten in plaats van aan te sluiten bij de al bestaande BKL-coöperatie? Is samen-werking met de BKL-coöperatie überhaupt overwogen en waarom wel/niet??
Het college geeft via het programma Op weg naar nieuwe energie, uitvoering aan de langjarige opgave om de verschillende onderdelen van de warmtetransitie richting uitvoering te brengen. Het spoor bedrijventerreinen is hier integraal onderdeel van. Het programma voert dit uit met een specifieke aanpak voor de grote energiegebruikers op de bedrijventerreinen Noordersluis en Oostervaart. Hierover informeren we uw raad via de halfjaarlijkse informatiebrieven.
Dit traject is al langere tijd in voorbereiding en koerst aan op een maatwerkaanpak voor een kleine groep met grote impact. Dit traject is zorgvuldig opgebouwd in nauwe samenwerking met de betreffende ondernemingen. Om tot projectrealisatie te komen is een gezamenlijke entiteit nodig om de benodigde financiële middelen aan te trekken en eigenaarschap van het nieuwe systeem te beleggen. Daarnaast heeft deze entiteit tot doel om specifieke juridische afspraken te kunnen maken met de regionale netbeheerder. De gemeente is hierin facilitator en geen actieve deelnemer in deze entiteit.
6. Welke initiatieven en onderzoeken lopen al voor de andere industriegebieden in Lelystad (LAB, Zuiderpoort, enz.)?
Voor het LAB gebied is in het verleden een onderzoek gedaan naar de potentie van o.a. warmte en koude, i.c.m. WKO’s. Daaruit kwam destijds dat ten aanzien van bodemenergie er genoeg ruimte was voor de bedrijven om zelf op eigen perceel een warme en koude bron te plaatsen. Behalve in deelgebied Flight District I, daar zijn de kavels te klein dus daar is afstemming nodig om energieafname op elkaar af te stemmen. Dat betekent dat er zones zijn voor warmte en voor koude. In het openbaar gebied zijn voor de leidingen ook stroken (zogenaamde duurzaamheidsstroken) beschikbaar gehouden.
In de uitgiftevoorwaarden tav Duurzaamheid zijn hier, in afstemming met de OFGV de volgende passages voor opgenomen:
- Voor het deelgebied Flight District I zijn beleidsregels ten aanzien van het gebruik van de ondergrond voor energieopslag opgesteld. Vestiger zal bij het gebruiken van de ondergrond voor het opslaan van energie deze beleidsregels hanteren. Gegevens over verpompte hoeveelheden grondwater, opgeslagen hoeveelheden energie en onttrekking- en infiltratie temperaturen ten behoeve van warmte- en koudeopslag in de bodem worden door de gebruikers conform de monitoringsrichtlijnen uit de BUM deel 1 gerapporteerd aan OMALA en het bevoegde gezag. De vergunningen voor het gebruik van de ondergrond voor de opslag van energie dienen aangevraagd te worden bij het bevoegde gezag.
Voor geheel Flight District geldt:
- In het deelgebied Flight District wordt geen aardgasnetwerk aangelegd. Vestiger zal een plan (laten) uitwerken om de warmte- en koude voorziening van de te realiseren bebouwing op een al-ternatieve en duurzame manier te realiseren. Doelstelling is om zoveel mogelijk lokaal opgewekte hernieuwbare energie te gebruiken, CO2 uitstoot te verminderen, innovatie te stimuleren en de Totale Cost of Ownership te verlagen.
Op de andere bedrijventerreinen worden momenteel nog geen onderzoeken gehouden.
7. Hoe worden ondernemers in het buitengebied van Lelystad betrokken in de transitie, en welk aanbod wil de gemeente hen gaan doen?
In samenwerking met LTO Noord, de WUR heeft het college, met cofinanciering van de provincie Flevoland) een onderzoek laten uitvoeren voor 3 agrarische bedrijfstypen (melkveehouderij, pluimveehouderij en akkerbouw). Uit het onderzoek kwam naar voren dat er verschillende systemen en besparingen mogelijk zijn om fossiele brandstoffen te verminderen en uit te faseren, maar dat het nog niet altijd rendabel is om bestaande (stal)systemen om te bouwen. Bij nieuwbouw of grotere verbouwingen zijn wel grote besparingen terug te verdienen. De resultaten van het onderzoek zijn via de website Welke warmteoplossing is toepasbaar voor jouw bedrijf? van LTO Noord beschikbaar voor alle ondernemers.
Via de ondernemerssteunpunten van LTO, EEF en de gemeente worden ondernemers in het buitengebied op individuele basis ondersteund op basis van vraag en antwoord.
Uw raad is hierover geïnformeerd in de raadsinformatiebrief (stand van zaken warmtetransitie van 17 oktober 2023) Document Lelystad - 290. INFO Stand van zaken warmtetransitie - iBabs Publieksportaal
Toelichting
Op 31 maart 2025 heeft de Bedrijfskring Lelystad (BKL) met een aantal ondernemers op industrieterrein Oostervaart de coöperatie “Energie, klimaat en circulair” opgericht. Deze coöperatie heeft als doel om ons als leden gezamenlijk bezig te houden met deze actuele onderwerpen en daar waar mogelijk de ontwikkelingen gezamenlijk vorm te geven en projecten te realiseren op bijvoorbeeld het gebied van netcongestie.
De gemeente Lelystad werkt tegelijkertijd aan plannen om meerdere energiehubs te creëren voor de verschillende industrieterreinen in de stad. De gemeente is onder andere voornemens om een tweede corporatie op te richten voor industrieterrein Noordersluis. Voor zover bekend is daarbij niet overwogen om aansluiting te zoeken bij de al bestaande BKL-corporatie.
Naar aanleiding van deze ontwikkelingen heeft de VVD-fractie de bovenstaande vragen.