1. In de brief die het college op 28 februari 2025 heeft gestuurd naar de verantwoordelijke wethouders van de andere Flevolandse gemeenten wordt benoemd dat Lelystad geen onderdeel is van het huidige overleg rondom de inrichting van de nieuwe GR en de inkoopstrategie voor 2027.
Is er inmiddels een reactie ontvangen op deze brief, en zo ja: wat was de inhoud daarvan en kan deze eventuele brief worden gedeeld met de gemeenteraad?
2. Kan het college bevestigen dat het knelpunt voor Lelystad binnen de intentieovereenkomst is dat samenwerking op inkoop wettelijk verplicht is, maar dat samenwerking op beleidsinhoud geen wettelijke verplichting is – en dus dat Lelystad enkel bereid is te tekenen indien de lokale beleidsvrijheid volledig behouden blijft?
3. Er is sprake van een intentieovereenkomst waarin slechts contouren worden geschetst van een nieuwe vorm van samenwerking. Tegelijk stelt het college dat er nu al naar deze nieuwe (nog niet formeel vastgestelde) vorm wordt gehandeld.
Kan het college concreet toelichten wat hiermee bedoeld wordt en voorbeelden geven waaruit blijkt dat al volgens deze nieuwe werkwijze wordt gehandeld, terwijl de officiële inrichting nog ontbreekt?
4. Wat zijn de juridische en bestuurlijke gevolgen voor Lelystad als de overige vier gemeenten binnen Flevoland doorgaan met het opzetten van een nieuwe GR zonder deelname of betrokkenheid van Lelystad?
Wat betekent dit concreet voor onze positie in de regio, voor onze toegang tot inkoop van jeugdhulp en voor het behoud van beleidsvrijheid?
5. Indien het college destijds wél had besloten om de intentieovereenkomst te ondertekenen, welke gevolgen had dat dan concreet gehad voor onze eigen beleidsvrijheid in het jeugddomein – bijvoorbeeld ten aanzien van ons lokale knoppenplan?
6. De informatienota maakt duidelijk dat Lelystad op grond van de huidige Centrumregeling niet juridisch kan worden uitgesloten van deelname aan de regionale samenwerking.
Hoe borgt het college dat Lelystad formeel en bestuurlijk betrokken blijft zolang de Centrumregeling van kracht is?
7. De wijziging van de Jeugdwet voorziet in een verplichte gemeenschappelijke regeling (Jeugdregio Flevoland), waarin Lelystad onderdeel is.
Hoe verhoudt het huidige proces, waarbij Lelystad wordt uitgesloten van gesprekken over de nieuwe GR en de inkoopstrategie, zich tot deze landelijke verplichting tot regionale samenwerking met álle gemeenten in Flevoland (m.u.v. Zeewolde)?
8. Wat zijn de risico’s voor Lelystad en haar inwoners als het proces van de inkoopstrategie voor 2027 zonder Lelystad doorgaat?
Denkt het college dat dit gevolgen kan hebben voor de continuïteit van zorg, tijdige toegang tot specialistische jeugdhulp, of de mogelijkheden om het knoppenplan door te voeren?
9. In de informatienota wordt benoemd dat een nieuwe gemeenschappelijke regeling niet strikt noodzakelijk is voor gezamenlijke inkoop en dat dit ook binnen de bestaande Centrumregeling kan plaatsvinden.
Welke alternatieve samenwerkingsvormen ziet het college concreet als werkbare route, waarmee Lelystad kan voldoen aan de wet, maar tóch maximale beleidsvrijheid behoudt?
10. Heeft het college voorbeelden van andere (buurt)regio’s die meer passen bij onze lokale koers?
11. Rond 2023/2024 is Zeewolde uit onze regio gestapt als het gaat om de regionale samenwerking jeugdzorg. Welke stappen hebben zij hier juridisch voor moeten ondernemen en is dit haalbaar/mogelijk voor onze gemeente?