SV PVV Ondernemersklimaat en sluiting horecazaak Zilverparkkade
ID
462
Datum vraag
12-3-2025
Onderwerp
SV PVV Ondernemersklimaat en sluiting horecazaak Zilverparkkade
Type
Schriftelijke vragen artikel 44
Raadsleden
Ashwin van Stormbroek
Fractie
Fractie PVV
Vraag
1. Is het college bekend met de sluiting van horecazaak For Friends, zoals recent in de media verschenen? * Heeft het college contact gehad met de ondernemer over de redenen van beëindiging en de knelpunten die zijn ervaren? Waarom wel of waarom niet?
2. Herkent het college het bredere beeld dat het voor horecaondernemers in het stadshart – en in het bijzonder aan de Zilverparkkade – moeilijk is om rendabel en langdurig te ondernemen? Zo ja, welke structurele oorzaken ziet het college hiervoor? Zo nee, waarom niet?
3. Is het college het met de PVV eens dat de gemeente een actieve rol moet spelen in het creëren van een aantrekkelijk ondernemersklimaat in het stadshart, in plaats van uitsluitend te verwijzen naar ‘de markt’? Graag een toelichting.
4. Zijn er volgens het college onderdelen van gemeentelijk beleid, regelgeving of uitvoering – zoals vergunningstrajecten, openingstijdenbeleid of handhaving – die een belemmerende werking kunnen hebben op horecainitiatieven? Waarom wel of waarom niet?
5. Welke concrete maatregelen zijn er de afgelopen jaren genomen om het gebied aantrekkelijker te maken voor bezoekers én ondernemers? Hoe beoordeelt het college de effectiviteit daarvan? Wat is er geleerd uit eerdere evaluaties?
6. Hoe weegt het college momenteel de verhouding tussen leefbaarheid voor bewoners en ruimte voor ondernemers in dit deel van het stadshart? Is het college het met de PVV eens dat er een betere balans nodig is waarin ondernemers meer ruimte krijgen? Graag een toelichting.
7. Kan het college een overzicht geven van het aantal horecazaken dat in de afgelopen vijf jaar in het gebied van het horecapleintje tot en met de Zilverparkkade is gestart en voortijdig gestopt, uitgesplitst per jaar? Welke beëindigingsredenen zijn bij het college bekend?
8. Op welke manier betrekt het college horecaondernemers in dit gebied actief bij het verbeteren van de omstandigheden om te ondernemen? Is er sprake van structureel overleg of terugkoppeling? Zo nee, waarom niet?
9. Welke inzet pleegt het college momenteel om leegstand in dit deel van het stadshart gericht tegen te gaan? Ziet het college aanleiding om aanvullende instrumenten in te zetten? Waarom wel of waarom niet?
10. Is het college bereid om – mede naar aanleiding van deze recente sluiting – samen met ondernemers en de raad te verkennen hoe het ondernemersklimaat in dit deel van het stadshart structureel kan worden verbeterd? Zo nee, waarom niet?
11. Is het college het met de PVV eens dat het ontbreken van een stevige en herkenbare centrumaanpak met duidelijke keuzes voor economische vitaliteit en ondernemersruimte bijdraagt aan het afhaken van ondernemers? Zo nee, waarom niet? En zo ja, wat gaat het college hier concreet aan veranderen?
12. In hoeverre monitort het college actief de succes- en faalfactoren van nieuwe ondernemingen in het stadshart (zoals duur van het bestaan, ervaren knelpunten, klantaanloop, vergunningstrajecten, etc.)? Zo niet, waarom ontbreekt deze structurele monitoring en is het college bereid dit alsnog op te zetten? Graag een toelichting.
* https://www.omroepflevoland.nl/nieuws/418978/horecazaak-for-friends-aan-de-zilverparkkade-sluit-na-ruim-een-jaar-de-deuren
Antwoord
1 Is het college bekend met de sluiting van horecazaak For Friends, zoals recent in de media verschenen? * Heeft het college contact gehad met de ondernemer over de redenen van beëindiging en de knelpunten die zijn ervaren? Waarom wel of waarom niet?
Bestuurlijk en ambtelijk is er contact geweest met de ondernemers. De reden hiervoor is dat er goed contact is met de ondernemer en de ondernemer een aanvraag voor een gesprek gedaan heeft.
2 Herkent het college het bredere beeld dat het voor horecaondernemers in het stadshart – en in het bijzonder aan de Zilverparkkade – moeilijk is om rendabel en langdurig te ondernemen? Zo ja, welke structurele oorzaken ziet het college hiervoor? Zo nee, waarom niet?
In zijn algemeenheid niet. Een deel van de ondernemers doet het erg goed in het Stadshart, andere hebben het lastiger. Op de Zilverparkkade is dit anders, horeca doet het beter in een cluster, waar zij elkaar kunnen versterken. Op de Zilverparkkade is geen mogelijkheid om feesten te geven i.v.m. geluidsoverlast en het woonklimaat daar. In de Horecavisie is de Zilverparkkade ook geen ontwikkellocatie voor horeca, en is hier alleen dag-horeca en geen verdere uitbreiding gewenst.
3 Is het college het met de PVV eens dat de gemeente een actieve rol moet spelen in het creëren van een aantrekkelijk ondernemersklimaat in het stadshart, in plaats van uitsluitend te verwijzen naar ‘de markt’? Graag een toelichting.
De Gemeente doet alles wat in haar macht ligt om ondernemers te faciliteren. Dit geldt voor alle ondernemers in het algemeen. Een voorbeeld hiervan is de uitvoering van het actieplan stadshart. Daarnaast creëren we een actieve rol met accountmanagement, met de accountmanager stadshart en de accountmanager toerisme en recreatie.
4 Zijn er volgens het college onderdelen van gemeentelijk beleid, regelgeving of uitvoering – zoals vergunningstrajecten, openingstijdenbeleid of handhaving – die een belemmerende werking kunnen hebben op horecainitiatieven? Waarom wel of waarom niet?
Het college is bezig om een aantal van deze zaken uit te zoeken of die belemmerende werking er is en hoe dit beter kan. Tijdens de raadssessie van 15 oktober is aan het college gevraagd te onderzoeken of de openingstijden verruimd kunnen worden, dit onderzoek loopt nog. Verder zijn er gesprekken gevoerd met de collega’s van vergunningen en de Lelystadse afdeling van KHN om het vergunningtraject te beoordelen.
5 Welke concrete maatregelen zijn er de afgelopen jaren genomen om het gebied aantrekkelijker te maken voor bezoekers én ondernemers? Hoe beoordeelt het college de effectiviteit daarvan? Wat is er geleerd uit eerdere evaluaties?
Er zijn geen maatregelen getroffen om de Zilverparkkade aantrekkelijker te maken. Dit omdat er weinig tot geen leegstand is op de Zilverparkkade. Er zitten veel dienstverlenende bedrijven op deze locatie.
6 Hoe weegt het college momenteel de verhouding tussen leefbaarheid voor bewoners en ruimte voor ondernemers in dit deel van het stadshart? Is het college het met de PVV eens dat er een betere balans nodig is waarin ondernemers meer ruimte krijgen? Graag een toelichting.
De zilverparkkade is nooit aangewezen als gebied voor horeca. De Zilverparkkade is in het bestemmingsplan een gebied voor kantoren, dienstverlening en wonen, met ondergeschikte functies die hier bij passen. De panden zijn niet toegerust op meer geluid in de avonden. Als we over het algemeen in het stadshart een betere balans tussen wonen en ondernemen willen, dan zouden we meer ruimte kunnen bieden aan horecaondernemers en de overlast voor bewoners verkleinen door of maatregelen te nemen of minder woningen in de buurt te ontwikkelen.
7 Kan het college een overzicht geven van het aantal horecazaken dat in de afgelopen vijf jaar in het gebied van het horecapleintje tot en met de Zilverparkkade is gestart en voortijdig gestopt, uitgesplitst per jaar? Welke beëindigingsredenen zijn bij het college bekend?
Hier hebben we geen overzicht van. Redenen van ondernemers die we wel weten zijn:
- klachten van geluidsoverlast,
- de exploitatie niet rond krijgen met alleen lunch,
- gestart zijn tijdens corona,
Marketing om de zaak vol te krijgen heeft niet gewerkt ener zijn niet genoeg bezoekers die langslopen
8 Op welke manier betrekt het college horecaondernemers in dit gebied actief bij het verbeteren van de omstandigheden om te ondernemen? Is er sprake van structureel overleg of terugkoppeling? Zo nee, waarom niet?
Tijdens het traject van de horecavisie is er veel participatie met ondernemers geweest. Structureel hebben we overleg met de Lelystadse afdeling va KHN en de wethouder/burgemeester.
Specifiek voor de Zilverparkkade is er geen overleg.
9 Welke inzet pleegt het college momenteel om leegstand in dit deel van het stadshart gericht tegen te gaan? Ziet het college aanleiding om aanvullende instrumenten in te zetten? Waarom wel of waarom niet?
Er staat weinig leeg op de Zilverparkkade. Vorig jaar is het actieplan stadshart vastgesteld, vorige zomer zijn we begonnen met de uitvoering, de uitvoering van het actieplan moet leiden tot vermindering van de leegstand het algemeen. De accountmanager Stadshart loopt elke week een rondje langs de ondernemers, en is goed vindbaar voor de ondernemers.
10 Is het college bereid om – mede naar aanleiding van deze recente sluiting – samen met ondernemers en de raad te verkennen hoe het ondernemersklimaat in dit deel van het stadshart structureel kan worden verbeterd? Zo nee, waarom niet?
Er staat weinig tot niks leeg in dit deel van het stadshart.
11 Is het college het met de PVV eens dat het ontbreken van een stevige en herkenbare centrumaanpak met duidelijke keuzes voor economische vitaliteit en ondernemersruimte bijdraagt aan het afhaken van ondernemers? Zo nee, waarom niet? En zo ja, wat gaat het college hier concreet aan veranderen?
Het actieplan stadshart is de centrumaanpak waar we ons aan houden, deze is afgelopen zomer gestart. Een recente inventarisatie bij ondernemers laat zien dat de aanpak en keuzes niet helemaal goed in beeld zijn bij ondernemers, dus aan die communicatie gaan we extra aandacht schenken.
12 In hoeverre monitort het college actief de succes- en faalfactoren van nieuwe ondernemingen in het stadshart (zoals duur van het bestaan, ervaren knelpunten, klantaanloop, vergunningstrajecten, etc.)? Zo niet, waarom ontbreekt deze structurele monitoring en is het college bereid dit alsnog op te zetten? Graag een toelichting.
We monitoren hier niet op. De accountmanager stadshart heeft korte lijntjes met de ondernemers. De accountmanager stadshart heeft de inzichten en helpt de ondernemers met ondernemersvragen. Daarnaast hebben we elk kwartaal overleg met de Lelystadse afdeling van KHN.
Toelichting
De sluiting van horecazaak For Friends aan de Zilverparkkade na ruim een jaar is opnieuw een teken aan de wand. Ondernemers geven aan dat de aanloop tegenvalt, personeel moeilijk te vinden is en gemeentelijke regels eerder belemmeren dan ondersteunen. Tegelijkertijd blijft het college spreken over een bruisend stadshart. De praktijk laat iets anders zien: leegstand, afhakers en ondernemers die zich onvoldoende gehoord voelen.
De PVV vindt het tijd voor daden in plaats van alleen woorden en visies. Een stadshart heeft ondernemers nodig – en ondernemers hebben ruimte nodig. Daarom stellen wij de volgende vragen.